O&A 2015/102
Geen grond voor vergoeding van de gemaakte kosten van een raadsman bij een procedure op grond van art. 7 Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden
HR 22-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2756
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 september 2015
- Magistraten
mrs. A.J.A.van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, E.S.G.N.A.J. van de Griend
- Zaaknummer
15/02947
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2756, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1877, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑07‑2015
- Wetingang
art. 591a Sv
Essentie
Geen grond voor vergoeding van de gemaakte kosten van een raadsman bij een procedure op grond van art. 7 Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden
Uitspraak
Samenvatting
De rechtbank heeft betrokkene veroordeeld ter zake verduistering. Veroordeelde heeft een bezwaarschrift ingediend op grond van art. 7 Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden. Dit bezwaarschrift is gegrond verklaard. Betrokkene heeft daarop een verzoek gedaan tot vergoeding van de in deze procedure gemaakte kosten van een raadsman. De rechtbank heeft betrokkene niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek en het gerechtshof heeft dit in hoger beroep bevestigd. Het gerechtshof oordeelde dat er geen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.