Einde inhoudsopgave
Landsverordening belasting op bedrijfsomzetten 1997 [Curaçao]
Artikel 1 [Begripsbepalingen]
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Deze landsverordening verkrijgt de status van landsverordening van Curaçao. Voorheen landsverordening van de Nederlandse Antillen. De tekst van dit artikel, zoals deze luidde op 01-01-2008 is overgenomen uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
04-09-2010, Afkondigingsblad Curaçao 2010, 87 (uitgifte: 04-09-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2010, Stb. 2010, 387 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt krachtens art. 2 van de Eilandsverordening vaststelling diverse landsverordeningen Curaçao tegelijk in werking met art. I en II van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen (07-09-2010, Stb. 333).
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
1.
In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
Minister: de Minister van Financiën;
- b.
het grondgebied van de Nederlandse Antillen, bedoeld in artikel 1, van de Staatsregeling van de Nederlandse Antillen met uitzondering van de eilandgebieden Bonaire en Curaçao;
- c.
bedrijfsomzet: het totaal van de vergoedingen dat een ondernemer ontvangt voor de in het kader van zijn onderneming verrichte leveringen van goederen en diensten;
- d.
ondernemer: een ieder die een bedrijf of beroep zelfstandig uitoefent;
- e.
goederen: alle lichamelijke zaken, met uitzondering van water, electriciteit en gas;
- f.
diensten: alle prestaties niet zijnde leveringen van goederen die tegen vergoeding worden verricht;
- g.
vergoeding: al hetgeen ter zake van het leveren van een goed of het verrichten van een dienst wordt ontvangen. Onder vergoeding wordt voorts niet begrepen rente wegens het ter beschikking stellen van gelden.
2.
Onder ondernemer als bedoeld in het eerste lid, onderdeel f, worden niet verstaan offshore-bedrijven en offshorebanken, voorzover zij offshore-activiteiten verrichten en in het bezit zijn van een ontheffing krachtens de artikelen 9 tot en met 15 van de Landsverordening Deviezenverkeer.
3.
Bij ministeriële beschikking met algemene werking kan worden bepaald, dat publiekrechtelijke lichamen die, anders dan als ondernemer, prestaties verrichten welke uit hun aard ook door ondernemers kunnen worden verricht, met betrekking tot die prestaties als ondernemer worden aangemerkt.
4.
Onder diensten als bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, worden niet verstaan de diensten verleend aan lichamen als bedoeld in het tweede lid, die door advocaten, juridische- en belastingadviseurs, administratie- en trustkantoren, accountants, banken en notarissen als zodanig worden verricht.
5.
Indien de vergoeding, bedoeld in het eerste lid, onderdeel i, niet of niet geheel uit een geldsom bestaat, wordt voor het bepalen van de verschuldigde belasting ingevolge deze landsverordening, de totale waarde van de tegenprestatie in het economisch verkeer aangemerkt als de vergoeding.
6.
Indien de vergoeding, bedoeld in het eerste lid, onderdeel i, minder bedraagt dan de waarde in het economisch verkeer van de verrichte levering of verleende dienst, wordt de vergoeding voor het bepalen van de verschuldigde belasting ingevolge deze landsverordening gesteld op de waarde in het economisch verkeer.
7.
De vergoeding voor het bepalen van de verschuldigde belasting ingevolge deze landsverordening wordt ingeval van een levering als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel d, gesteld op het bedrag dat voor de goederen zou worden ontvangen, indien deze op het tijdstip van de levering zouden worden aangeschaft of voortgebracht in de toestand waarin zij zich op dat tijdstip bevinden.