JWB 2002/396
Onteigening, waardebepaling
HR 01-11-2002, ECLI:NL:PHR:2002:AE9479 (Staat/Dijkshoorn I)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 november 2002
- Zaaknummer
1359
- LJN
AE9479
- Roepnaam
Staat/Dijkshoorn I
- Vakgebied(en)
Onteigeningsrecht / Onteigening
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE9479, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑11‑2002
ECLI:NL:PHR:2002:AE9479, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑11‑2002
- Wetingang
Art. 40b OW
Essentie
Onteigening, waardebepaling
Samenvatting
Casus
Dit betreft onteigening van landbouwgrond ten behoeve van de hogesnelheidslijn. De rechtbank heeft een vrij hoge prijs gehanteerd in verband met toekomstige ontwikkeling van de grond.
Rechtsvraag
Heeft de rechtbank een juiste maatstaf aangelegd voor de berekening van de schadeloosstelling?
Beslissing
De Hoge Raad oordeelt dat de in artikel 40b, tweede lid, van de Onteigeningswet gegeven maatstaf voor de werkelijke waarde meebrengt dat die waarde geen invloed ondervindt van de bijzondere capaciteiten van de onteigende om de onteigende gronden geschikt te maken voor een lucratievere wijze van exploitatie dan die welke plaatsvindt ten tijde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.