Inhoudsopgave
Bb 2015/4:De Hoge Raad over (afstand doen van) eigendomsvoorbehoud en de vestiging van een vuistpandrecht
Bb 2015/4
De Hoge Raad over (afstand doen van) eigendomsvoorbehoud en de vestiging van een vuistpandrecht
Documentgegevens:
Mr. G.J. Boeve, datum 14-12-2014
- Datum
14-12-2014
- Auteur
Mr. G.J. Boeve1
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS208995:1
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
- Wetingang
art. 3:92 BW
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De Hoge Raad geeft antwoord op de vraag wat rechtens is in geval dat de verkrijger van een onder eigendomsvoorbehoud geleverd goed een pandrecht daarop heeft gevestigd ten behoeve van een derde en de vervreemder nadien afstand doet van zijn recht. Tevens kwam de vraag aan de orde in hoeverre de vervreemder afstand van het eigendomsvoorbehoud jegens een derde kan doen.
1. Inleiding
In art. 3:92 lid 1 BW is bepaald dat een vervreemder de mogelijkheid heeft om zich bij overeenkomst het eigendom voor te behouden tot zekerheid van voldoening van een prestatie door de verkrijger van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.