Einde inhoudsopgave
Bekendmakingswet
Artikel 18 [Inzage en afschrift]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
01-07-2020, Stb. 2020, 262 (uitgifte: 17-07-2020, kamerstukken: 35218)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-04-2021, Stb. 2021, 176 (uitgifte: 09-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Wetgeving
1.
Aan eenieder wordt op verzoek kosteloos inzage verleend in of een papieren afschrift verstrekt van een in artikel 1 of 2 genoemd publicatieblad, een overeenkomstig artikel 7 bekendgemaakte bijlage of de in artikel 12 bedoelde ter inzage gelegde stukken, tenzij de aard daarvan zich daartegen verzet. Een papieren afschrift wordt verstrekt tegen ten hoogste de kosten van het maken van een zodanig afschrift.
2.
Onze Minister van Justitie en Veiligheid onderscheidenlijk Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wijst een uitgiftepunt aan waar de inzage of het afschrift van het Staatsblad en een afschrift van een overeenkomstig artikel 7 bekendgemaakte bijlage bij het Staatsblad, onderscheidenlijk de Staatscourant verkregen kan worden.
3.
Het bestuursorgaan dat in de Staatscourant overeenkomstig artikel 7 een bijlage heeft bekendgemaakt of overeenkomstig artikel 12, eerste lid, kennis heeft gegeven van de terinzagelegging van stukken, verstrekt desgevraagd de in het eerste lid bedoelde inzage of afschriften van die bijlage en deze stukken.
4.
Een in artikel 2, eerste tot en met vierde lid, genoemd openbaar lichaam of een in artikel 2, vijfde lid, genoemd openbaar lichaam, bedrijfsvoeringsorganisatie of gemeenschappelijk orgaan, wijst een uitgiftepunt aan waar de in het eerste lid bedoelde inzage of het afschrift verkregen kan worden.