Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kroatië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Protocol
Geldend
Geldend vanaf 06-04-2001
- Bronpublicatie:
23-05-2000, Trb. 2000, 64 (uitgifte: 05-07-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
06-04-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-04-2001, Trb. 2001, 64 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Bij de ondertekening van het Verdrag tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, heden tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kroatië gesloten, zijn de ondergetekenden overeengekomen dat de volgende bepalingen een integrerend deel van het Verdrag vormen.
I. Ad Artikel 4
Een natuurlijke persoon die aan boord van een schip woont zonder een werkelijke woonplaats in een van de Verdragsluitende Staten te hebben, wordt geacht inwoner te zijn van de Verdragsluitende Staat waarin het schip zijn thuishaven heeft.
II. Ad Artikelen 5, 6, 7, 13 en 24
Het is wel te verstaan dat rechten tot exploratie en exploitatie van natuurlijke rijkdommen worden beschouwd als onroerende zaken die zijn gelegen in de Verdragsluitende Staat op wiens zeebodem en ondergrond daarvan deze rechten betrekking hebben, alsmede dat deze rechten geacht worden te behoren tot de activa van een vaste inrichting in die Staat. Voorts is het wel te verstaan dat de hiervoor genoemde rechten ook omvatten rechten op belangen bij, of voordelen uit vermogensbestanddelen die voortvloeien uit die exploratie of exploitatie.
III. Ad Artikel 7
Met betrekking tot artikel 7, eerste en tweede lid, geldt dat, indien een onderneming van een Verdragsluitende Staat in de andere Verdragsluitende Staat goederen of koopwaar verkoopt of een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting, de voordelen van die vaste inrichting niet worden bepaald op basis van het totale bedrag ontvangen door de onderneming, doch slechts op basis van dat deel van de inkomsten van de onderneming dat aan de werkelijke werkzaamheden van de vaste inrichting voor die verkopen of die bedrijfsuitoefening is toe te rekenen. Met name bij overeenkomsten betreffende het toezicht op, de levering, installatie of constructie van nijverheids- en handelsuitrusting of wetenschappelijke uitrusting of gebouwen alsmede bij openbare werken, worden, indien de onderneming een vaste inrichting heeft, de voordelen van die vaste inrichting niet bepaald op basis van het totale bedrag van de overeenkomst, doch slechts op basis van dat deel van de overeenkomst dat werkelijk wordt uitgevoerd door de vaste inrichting in de Verdragsluitende Staat waar de vaste inrichting is gevestigd. De voordelen die betrekking hebben op dat deel van de overeenkomst, dat wordt uitgevoerd door het hoofdkantoor van de onderneming, zijn slechts belastbaar in de Verdragsluitende Staat waarvan de onderneming inwoner is.
IV. Ad Artikelen 10, 11 en 12
Indien aan de bron belasting is geheven die het belastingbedrag dat ingevolge de bepalingen van artikel 10, 11 of 12 mag worden geheven te boven gaat, moeten verzoeken om teruggaaf van het daarboven uitgaande belastingbedrag worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de Staat die de belasting heeft geheven, binnen een tijdvak van drie jaar na afloop van het kalenderjaar waarin de belasting is geheven.
V. Ad Artikelen 10 en 13
Het is wel te verstaan dat inkomsten die worden ontvangen in verband met de (gedeeltelijke) liquidatie van een lichaam of een inkoop van eigen aandelen door een lichaam worden behandeld als inkomsten uit aandelen en niet als vermogenswinsten.
VI. Ad Artikel 16
Het is wel te verstaan dat de uitdrukking ‘lid van de raad van beheer of van een soortgelijk orgaan van een lichaam’ betekent:
- 1.
in de situatie van Kroatië een ‘raad van beheer’ (clan Upravnog odbora) of een ‘raad van commissarissen’ (clan Nadzornog odbora);
- 2.
in de situatie van Nederland een ‘bestuurder’ of een ‘commissaris’.
Het is wel te verstaan dat ‘bestuurder’ of ‘commissaris’ van een Nederlands lichaam betrekking heeft op personen die als zodanig zijn benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders of door enig ander bevoegd orgaan van dat lichaam, en die zijn belast met de algemene leiding van het lichaam, onderscheidenlijk met het toezicht daarop.
VII. Ad Artikelen 18 en 23
1
Niettegenstaande de bepalingen van artikel 18, eerste lid, van het Verdrag, mogen pensioenen en andere soortgelijke beloningen alsmede lijfrenten zoals bedoeld in dat lid, afkomstig uit een Verdragsluitende Staat en betaald aan een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat, ook worden belast in de eerstgenoemde Staat overeenkomstig de wetgeving van die Staat maar alleen ingeval het totale bruto bedrag van zo'n pensioen, andere soortgelijke beloning en lijfrente in enig kalenderjaar 12.000 Nederlandse guldens of het equivalent in Kroatische valuta overschrijdt.
2
De bepalingen van het eerste lid zijn ook van toepassing, indien deze beloningen geen periodiek karakter dragen of indien in plaats van het recht op lijfrenten een afkoopsom wordt betaald.
3
In geval pensioenen en andere soortgelijke beloningen alsmede lijfrenten in overeenstemming met de bepalingen van het eerste en tweede lid, naar gelang van het geval, mogen worden belast in de Verdragsluitende Staat waaruit zij afkomstig zijn, past de andere Verdragsluitende Staat, met het doel dubbele belasting te vermijden, naar gelang van het geval, de bepalingen van artikel 23, eerste en tweede lid respectievelijk derde lid, onderdelen a) en c) van het Verdrag toe.
VIII. Ad Artikel 23
Het is wel te verstaan dat voor de berekening van de aftrek vermeld in artikel 23, derde lid, onderdeel c, de waarde van de in artikel 22, eerste lid, bedoelde vermogensbestanddelen wordt verminderd met de waarde van de schulden verzekerd door hypotheek op dat vermogen en dat de waarde van de in artikel 22, tweede lid, bedoelde vermogensbestanddelen wordt verminderd met de waarde van de tot de vaste inrichting of het vaste middelpunt behorende schulden.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.
GEDAAN te Zagreb, de 23e mei 2000, in tweevoud, in de Nederlandse, de Kroatische en de Engelse taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk authentiek. Ingeval de Nederlandse en de Kroatische tekst verschillend kunnen worden uitgelegd, is de Engelse tekst beslissend.