Einde inhoudsopgave
Besluit algemene rechtspositie politie
Artikel 69a
Geldend
Geldend vanaf 15-09-2022. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2022
- Bronpublicatie:
01-09-2022, Stb. 2022, 357 (uitgifte: 14-09-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
15-09-2022, terugwerkend tot: 01-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-09-2022, Stb. 2022, 357 (uitgifte: 14-09-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien de ambtenaar wegens de uitoefening van de werkzaamheden aansprakelijk wordt gesteld naar burgerlijk recht, als verdachte wordt aangemerkt naar strafrecht of geweld heeft gebruikt en ten aanzien van dat geweldgebruik een feitenonderzoek als bedoeld in artikel 511a van het Wetboek van Strafvordering is ingesteld, kent het bevoegd gezag diegene een tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp toe, tenzij diegene naar het oordeel van het bevoegd gezag opzettelijk onrechtmatig dan wel opzettelijk wederrechtelijk of bewust roekeloos heeft gehandeld, of grof nalatig is geweest.
2.
Indien de ambtenaar een vordering instelt op grond van onrechtmatige daad, jegens hem gepleegd wegens de uitoefening van de werkzaamheden, kent het bevoegd gezag hem een tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp toe, tenzij het bevoegd gezag van oordeel is dat de vordering kennelijk onvoldoende grond heeft of kennelijk onredelijk is.
3.
Het eerste en het tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing indien de rechtskundige hulp aan de ambtenaar is verleend, op grond van zijn lidmaatschap, door een centrale of een vereniging als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het Besluit overleg en medezeggenschap politie 1994, met dien verstande dat de tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp rechtstreeks wordt betaald aan voornoemde centrale of vereniging.
4.
Het bevoegd gezag kan verdere tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp staken of de tegemoetkoming in de kosten van de rechtskundige hulp terugvorderen, indien
- a.
de aan een derde toegebrachte schade blijkens rechterlijk vonnis het gevolg is van opzettelijk onrechtmatig dan wel opzettelijk wederrechtelijk of bewust roekeloos handelen van de ambtenaar, of
- b.
indien de ambtenaar strafrechtelijk wordt veroordeeld.
5.
In bijzondere gevallen, gelet op de aard van de zaak of de omstandigheden van de ambtenaar, kan het bevoegd gezag, overwegend dat de handeling geen gevolg is van de taakuitoefening van de ambtenaar, besluiten tot een tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp.
6.
Onze Minister stelt nadere regels vast met betrekking tot tegemoetkoming in de kosten van rechtskundige hulp.