Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 3A:62 Verhaal kosten afwikkeling
Geldend
Geldend vanaf 26-11-2015
- Bronpublicatie:
11-11-2015, Stb. 2015, 431 (uitgifte: 25-11-2015, kamerstukken: 34208)
- Inwerkingtreding
26-11-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-11-2015, Stb. 2015, 435 (uitgifte: 25-11-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De Nederlandsche Bank kan kosten die in verband met het nemen van een afwikkelingsmaatregel zijn gemaakt:
- a.
in mindering brengen op de vergoedingen die een verkrijger voor eigendomsinstrumenten, activa of passiva aan de oorspronkelijke eigenaren betaalt;
- b.
verhalen op de entiteit in afwikkeling; of
- c.
verhalen op de opbrengsten die voortvloeien uit de beëindiging van het functioneren van een overbruggingsinstelling of een entiteit voor activa- en passivabeheer.
2.
Indien de Nederlandsche Bank de kosten verhaalt overeenkomstig het eerste lid, onderdeel b of c, is haar vordering op gelijke wijze bevoorrecht als de vorderingen, bedoeld in artikel 288 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
3.
Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op kosten die door een verkrijger in verband met een vermindering of omzetting als bedoeld in artikel 3A:21, eerste lid, of een overgang als bedoeld in de artikelen 3A:28, 3A:37 en 3A:41, eerste lid, zijn gemaakt met betrekking tot bepaalde eigendomsinstrumenten, activa of passiva, in verband met het feit dat die zich bevinden in een staat die geen lidstaat is of worden beheerst door het recht van een staat die geen lidstaat is.