Einde inhoudsopgave
Mijnbouwwet
Artikel 135 [Waarborgfonds mijnbouwschade]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2003
- Bronpublicatie:
31-10-2002, Stb. 2002, 542 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken: 26219)
- Inwerkingtreding
01-01-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2002, Stb. 2002, 603 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Energierecht (V)
1.
Er is een Waarborgfonds mijnbouwschade.
2.
Het waarborgfonds bezit rechtspersoonlijkheid en is gevestigd te 's-Gravenhage.
3.
Onze Minister is belast met het beheer van het waarborgfonds.
4.
Het waarborgfonds ontvangt:
- a.
een door een mijnbouwondernemer jaarlijks verschuldigde bijdrage, op te leggen door Onze Minister, met inachtneming van bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels;
- b.
rentebaten die via het waarborgfonds zijn verkregen;
- c.
het batig saldo van de laatstelijk afgesloten rekening van het waarborgfonds;
- d.
andere inkomsten.
5.
Bij algemene maatregel van bestuur worden in elk geval regels gesteld omtrent:
- a.
de maatstaf ter bepaling van de hoogte van de bijdrage, met inachtneming van:
- 1°
de omvang van de mijnbouwactiviteiten van een mijnbouwondernemer aan de landzijde van de in de bijlage bij deze wet vastgelegde lijn,
- 2°
de hoogte van de schadevergoedingen die de vijf voorafgaande jaren ten laste van het waarborgfonds zijn toegekend in verband met mijnbouwactiviteiten van de desbetreffende mijnbouwondernemer of diens rechtsvoorganger,
- 3°
de aard van de desbetreffende mijnbouwactiviteiten, en
- 4°
de in het waarborgfonds aanwezige baten in relatie tot de begrote uitgaven;
- b.
het tijdstip waarop de bijdrage verschuldigd wordt, en
- c.
de verschuldigdheid van rente als de bijdrage op een later tijdstip op een ander bedrag wordt vastgesteld.
6.
Niet in het jaar van ontvangst bestede gelden blijven in het waarborgfonds.
7.
Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent het vermogen van het waarborgfonds, mede met inachtneming van het totale bedrag aan schadevergoedingen dat mijnbouwondernemers gedurende in elk geval de laatste vijf jaar voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet hebben betaald aan natuurlijke personen bij wie in die periode zaakschade is opgetreden als gevolg van door die mijnbouwondernemers verrichte mijnbouwactiviteiten.