NJB 2014/1239
Medeplegen woninginbraak: in casu kan uit de bewijsvoering niet zonder meer worden afgeleid dat de verdachte ‘een zodanig significante bijdrage’ heeft geleverd aan de woninginbraak dat van bewuste en nauwe samenwerking tussen de verdachte en de mededaders kan worden gesproken, nu slechts is vastgesteld dat de verdachte een vluchtmogelijkheid heeft gefaciliteerd en dat het niet anders kan zijn dan dat over het verschaffen van deze vluchtmogelijkheid van te voren door de verdachte en zijn mededaders afspraken zijn gemaakt
HR 03-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1307
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 juni 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
13/01309
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1307, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑06‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:480, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑04‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑09‑2013
- Wetingang
(Sr art. 47)
Essentie
Medeplegen woninginbraak: in casu kan uit de bewijsvoering niet zonder meer worden afgeleid dat de verdachte ‘een zodanig significante bijdrage’ heeft geleverd aan de woninginbraak dat van bewuste en nauwe samenwerking tussen de verdachte en de mededaders kan worden gesproken, nu slechts is vastgesteld dat de verdachte een vluchtmogelijkheid heeft gefaciliteerd en dat het niet anders kan zijn dan dat over het verschaffen van deze vluchtmogelijkheid van te voren door de verdachte en zijn mededaders afspraken zijn gemaakt
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld wegens – kort gezegd – diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.