V-N 2019/57.8
Vervoerskosten inwonende kinderen aangemerkt als extra vervoerskosten vanwege ziekte ouders
Hof 's-Hertogenbosch 21-06-2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:2252, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
21 juni 2019
- Magistraten
Kromhout, Pijnenburg, Van Daalen-Mannaerts
- Zaaknummer
18/00342
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS169223:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Persoonsgebonden aftrek
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2019:2252, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 21‑06‑2019
- Wetingang
art. 6.17 lid aanhef en onderdeel b Wet IB 2001
Essentie
Hof ’s-Hertogenbosch merkt een deel van de door X betaalde vervoerskosten voor zijn inwonende kinderen aan als extra vervoerskosten in verband met ziekte van de ouders.
Samenvatting
X en zijn echtgenote hebben ieder gezondheidsklachten. Tot hun huishouden behoren een zoon en een dochter. In zijn aangifte IB/PVV 2011 neemt X extra vervoerskosten wegens ziekte in aanmerking, bestaande uit de kosten van de auto’s van de echtgenote en van de zoon en de kosten van de scooter van de dochter. Daarnaast voert X de loonheffing over de bijtelling voor het privégebruik van zijn auto van de zaak op. Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.