RFR 2008, 6
Familieprocesrecht. Is de vader ontvankelijk in zijn verzoek tot toewijzing van het gezamenlijk gezag? Aan de hand van welk criterium moet zijn verzoek worden getoetst?
Hof 's-Hertogenbosch 25-01-2007, ECLI:NL:GHSHE:2007:BB4463
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
25 januari 2007
- Magistraten
Mrs. P.T. Gründemann, P.A.J.T. van Teeffelen, A.P. van der Linden
- Zaaknummer
R200601121
- LJN
BB4463
- JCDI
JCDI:ADS125406:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2007:BB4463, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 25‑01‑2007
- Wetingang
BW art. 1:253o; EVRM art. 6; EVRM art. 8
Essentie
Is de vader ontvankelijk in zijn verzoek tot toewijzing van het gezamenlijk gezag? Aan de hand van welk criterium moet zijn verzoek worden getoetst?
Samenvatting
Na de echtscheiding in 2003 is alleen de moeder belast met het gezag over het kind. De vader verzoekt thans partijen voortaan met het gezamenlijk ouderlijk gezag te belasten. De rechtbank heeft de vader in zijn verzoek ontvankelijk verklaard, maar dit vervolgens afgewezen. De vader komt van deze beslissing in appel.
Hof: Vast staat dat er tussen de vader en het kind sprake is van ‘family life’ in de zin van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.