NJF 2004, 273
Familierecht. Ondanks wettelijk beletsel (art. 1:252 lid 1 BW) dat slechts op gezamenlijk verzoek in gezamenlijk gezag kan worden voorzien, brengt een redelijke uitleg (in verband met art. 8 EVRM) van het huidige recht mee dat de man toch een rechtsgeldig verzoek kan indienen, zónder medewerking van de vrouw.
Hof 's-Hertogenbosch 13-01-2004, ECLI:NL:GHSHE:2004:AR4383
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
13 januari 2004
- Magistraten
mrs. M.J.C. Koens, M. van Zinnen, A.P. van der Linden
- Zaaknummer
R200300705
- LJN
AP0092
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2004:AR4383, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 13‑01‑2004
- Wetingang
BW art. 1:252
Essentie
Familierecht. Ondanks wettelijk beletsel (art. 1:252 lid 1 BW) dat slechts op gezamenlijk verzoek in gezamenlijk gezag kan worden voorzien, brengt een redelijke uitleg (in verband met art. 8 EVRM) van het huidige recht mee dat de man toch een rechtsgeldig verzoek kan indienen, zónder medewerking van de vrouw.
Partij(en)
X, te B., appellant, de vader, proc. mr. J.J.M. Cliteur,
tegen
Y, te B., geïntimeerde, de moeder, proc. mr. J.E. Benner.
Uitspraak
(Post alia:)
4. De beoordeling
4.1
Partijen hebben een affectieve relatie met elkaar gehad. Uit deze relatie is op 28 juni ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.