NJF 2004, 200
Dwaling. Familierecht. Dwaling bij ondertekenen echtscheidingsconvenant. In casu sprake van benadeling van meer dan een kwart (art. 3:196 BW). Het beding in het convenant dat partijen afstand doen van het recht op vernietiging, is niet voldoende voor afstand van recht (vgl. Hof Amsterdam 9 november 1995, NJ 1997, 709).
Hof 's-Hertogenbosch 18-11-2003, ECLI:NL:GHSHE:2003:AO0346
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
18 november 2003
- Magistraten
mrs. W.H.B. den Hartog Jager, N.J.M. van Etten, J.M.P. Drijkoningen
- Zaaknummer
C0200836/HE
- LJN
AO0346
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Gemeenschap
Vermogensrecht (V)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Erfrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2003:AO0346, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 18‑11‑2003
- Wetingang
BW art. 3:196
Essentie
Dwaling. Familierecht. Dwaling bij ondertekenen echtscheidingsconvenant. In casu sprake van benadeling van meer dan een kwart (art. 3:196 BW). Het beding in het convenant dat partijen afstand doen van het recht op vernietiging, is niet voldoende voor afstand van recht (vgl. Hof Amsterdam 9 november 1995, NJ 1997, 709).
Partij(en)
Appellant, verder te noemen: de man, proc. mr. L.A. van Els-van den Berg,
tegen
Geïntimeerde, verder te noemen: de vrouw, proc. mr. J.M.C. de Kok.
Uitspraak
(Post alia:)
4. De beoordeling
4.1
Het gaat in dit hoger beroep om het volgende. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.