NJ 2001, 659
Ontheffing, ondertoezichtstelling, uithuisplaatsing. Belang kind tegenover belang ouders. Bereidheid ouder(s) kind in pleeggezin te laten.
Hof 's-Hertogenbosch 08-11-2000, ECLI:NL:GHSHE:2000:AD8610
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
8 november 2000
- Magistraten
Koens, Van Teeffelen, Lo-Sin-Sjoe
- Zaaknummer
R00000482
- LJN
AD8610
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2000:AD8610, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 08‑11‑2000
- Wetingang
EVRM art. 8; IVRK art. 3 lid 1; IVRK art. 20; BW art. 1:254; BW art. 1:257; BW art. 1:266; BW art. 1:268 lid 1; BW art. 1:268 lid 2 onder a; BW art. 1:277 lid 1
Essentie
Ontheffing van het ouderlijk gezag. Ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing. Belang van het kind bij continuïteit in de opvoedingssituatie en een ongestoord hechtingsproces in het pleeggezin, tegenover belang van de ouder(s) op hereniging met het kind. Bereidheid ouder(s) om kind in pleeggezin te laten.
Samenvatting
Indien thuisplaatsing van een jong, onder toezicht gesteld en uit huis in een pleeggezin geplaatst, kind niet meer mogelijk is blijft bij een jaarlijkse verlenging van de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing de onzekerheid over het opvoedingsperspectief voortduren. Dan kan het ook uit de art. 3 en 20 IVRK voortvloeiende recht van het kind ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.