NJ 1971, 135
Hof 's-Hertogenbosch, 09-06-1970
Hof 's-Hertogenbosch 09-06-1970, ECLI:NL:GHSHE:1970:AC0888
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
9 juni 1970
- Magistraten
Rutten, Woltring, Cremers
- Zaaknummer
[1970-06-09/NJ_53009]
- LJN
AC0888
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:1970:AC0888, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 09‑06‑1970
- Wetingang
BW art. 1404
Samenvatting
Volgens de constante jurisprudentie van de Hoge Raad berust art. 1404 BW op een vermoeden van schuld, dat wijkt voor tegenbewijs.
In de opvatting van een aantal schrijvers, dat dit art. een risico-aansprakelijkheid inhoudt, (welke opvatting, aldus de Rechtbank in het vonnis a quo, steun vindt in art. 6.3.11 Ontwerp Nieuw BW) vervalt die aansprakelijkheid in geval van gebleken overmacht.
In beide opvattingen moet de eigenaar van het dier worden toegelaten te bewijzen, dat hij niet tekort geschoten is in het houden van toezicht op dat dier.
Partij(en)
M. van Steenbergen, te Weert, appellant, proc. Mr. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.