NJ 1970, 206
Hof 's-Hertogenbosch, 18-11-1969
Hof 's-Hertogenbosch 18-11-1969, ECLI:NL:GHSHE:1969:AC4968
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
18 november 1969
- Magistraten
Rutten, Woltring, Cremers
- Zaaknummer
[1969-11-18/NJ_52608]
- LJN
AC4968
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:1969:AC4968, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 18‑11‑1969
- Wetingang
BW art. 1493; BW art. 1494; BW art. 1495; BW art. 1496; BW art. 1497; BW art. 1498; BW art. 1499; BW art. 1500; BW art. 1501; BW art. 1502; BW art. 1503; BW art. 1504; BW art. 1505; BW art. 1506; BW art. 1507; BW art. 1508; BW art. 1509; BW art. 1510; BW art. 1511; BW art. 1512; BW art. 1513; BW art. 1514; BW art. 1515; BW art. 1516; BW art. 1517; BW art. 1518; BW art. 1519; BW art. 1520; BW art. 1521; BW art. 1522; BW art. 1523; BW art. 1524; BW art. 1525; BW art. 1526; BW art. 1527; BW art. 1528; BW art. 1529; BW art. 1530; BW art. 1531; BW art. 1532; BW art. 1533; BW art. 1534; BW art. 1535; BW art. 1536; BW art. 1537; BW art. 1538; BW art. 1539; BW art. 1540; BW art. 1541; BW art. 1542; BW art. 1543; BW art. 1544; BW art. 1545; BW art. 1546; BW art. 1547; BW art. 1548; BW art. 1549; BW art. 1550; BW art. 1551; BW art. 1552; BW art. 1553; BW art. 1554; BW art. 1555; BW art. 1556; BW art. 1557; BW art. 1558; BW art. 1559; BW art. 1560; BW art. 1561; BW art. 1562; BW art. 1563; BW art. 1564; BW art. 1565; BW art. 1566; BW art. 1567; BW art. 1568; BW art. 1569; BW art. 1570; BW art. 1571; BW art. 1572; BW art. 1573; BW art. 1574; BW art. 1575; BW art. 1576; Rv (oud) art. 611a; Rv (oud) art. 611b
Samenvatting
De zgn. ‘voorlopige koopakte’ bindt pp.
In de veroordeling mede te werken aan de juridische levering gelijktijdig met de betaling van de koopprijs vormt de betaling van een geldsom een zo overwegend deel, dat het niet juist is aan de niet-voldoening de verbeurte van een dwangsom te verbinden;
Partij(en)
A.C. Molenschot te Tilburg, app., proc. Mr. A.A. Swane
tegen
J.J. Huizing te 's‑Gravenhage, geint., proc. Mr. W. van der Putt
Uitspraak
T.a.v. het recht:
O. dat de eerste twee grieven luiden:
Grief I
De Rb. heeft ten onrechte de door geint. gestelde definitieve koopovereenkomst bewezen geacht uitsluitend door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.