NJ 1965, 251
Hof 's-Hertogenbosch, 03-03-1964
Hof 's-Hertogenbosch 03-03-1964, ECLI:NL:GHSHE:1964:AD4069
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
3 maart 1964
- Magistraten
Ariens, Achterbergh, Van Haren
- Zaaknummer
[1964-03-03/NJ_50263]
- LJN
AD4069
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:1964:AD4069, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 03‑03‑1964
- Wetingang
Rv (oud) art. 289; Rv (oud) art. 290; Rv (oud) art. 291; Rv (oud) art. 292; Rv (oud) art. 293; Rv (oud) art. 294; Rv (oud) art. 295; Rv (oud) art. 296; Rv (oud) art. 297; Ruilverkavelingswet 1954 art. 54a
Samenvatting
Het Waterschap, dat zijn recht tot hervatting van de Dommelwerken en tot het afvoeren van de daarbij vrijkomende specie ontleende aan art. 54a der Ruilverkavelingswet 1954, heeft bij het gevraagde verbod een gerechtvaardigd belang, nu het geredelijk mocht aannemen, dat de app.n. zich tegen de afvoer van de specie zouden verzetten.
Inc. appel niet ontvankelijk verklaard, omdat de rechter in kort geding niet geroepen is tot het beantwoorden van rechtsvragen.
Partij(en)
- 1.
Mr. N.J. Bink, te Rotterdam, 2. B.C. Bink, te St. Michielsgesteld, 3. G. N. Bink, te Vught, appellanten, proc. Mr. K.J.M. Witlox
tegen
Het Waterschap ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.