Het chassisnummer […] van de auto, die is verbeurdverklaard, komt blijkens de kennisgeving van inbeslagneming, die bij het klaagschrift is gevoegd, overeen met het chassisnummer van de Opel Astra waarop het klaagschrift betrekking heeft – afgezien van de Q waarvoor kennelijk in eerste instantie een O is gelezen.
HR, 25-05-2021, nr. 20/02622
ECLI:NL:HR:2021:759
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25-05-2021
- Zaaknummer
20/02622
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2021:759, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑05‑2021; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2021:508
ECLI:NL:PHR:2021:508, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑03‑2021
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2021:759
- Vindplaatsen
Uitspraak 25‑05‑2021
Inhoudsindicatie
Beklag, beslag ex art. 94 Sv op auto onder klager t.z.v. verdenking van rijden zonder geldig rijbewijs. Bij stukken van geding bevindt zich een afschrift van uitspraak hof in strafzaak tegen klager. In die uitspraak is beslist over inbeslaggenomen voorwerp waarvan klager teruggave heeft verzocht. Door beslissing over beslag in strafzaak kan op klaagschrift geen (andersluidende) beslissing meer volgen. Verdachte n-o.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/02622 B
Datum 25 mei 2021
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank ZeelandWestBrabant van 25 januari 2019, nummer RK 18/008067, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klager] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
hierna: de klager.
1. Procesverloop in cassatie
Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft S.W.M. Stevens, advocaat te ’s-Gravenhage, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de klager in het beroep.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
2.1
Het cassatieberoep is gericht tegen een beschikking van de rechtbank ZeelandWestBrabant van 25 januari 2019 waarbij een klaagschrift van de klager strekkende tot teruggave van een inbeslaggenomen auto ongegrond is verklaard.
2.2
Bij de stukken van het geding bevindt zich een afschrift van een uitspraak van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 25 januari 2021 in de strafzaak tegen de klager. In die uitspraak is beslist over het inbeslaggenomen voorwerp waarvan de klager de teruggave heeft verzocht.
2.3
Deze beslissing over het beslag in de strafzaak betekent dat de klager geen belang meer heeft bij het beroep tegen de beschikking waarbij het klaagschrift ongegrond is verklaard. De klager moet daarom in het beroep niet-ontvankelijk worden verklaard. In de beschikking is immers een beslissing gegeven in afwachting van het oordeel van de strafrechter over het beslag. Door diens beslissing over het beslag in de strafzaak tegen de klager kan op het klaagschrift geen (andersluidende) beslissing meer volgen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 25 mei 2021.
Conclusie 30‑03‑2021
Inhoudsindicatie
Beklag, beslag ex art. 94 Sv op auto onder klager t.z.v. verdenking van rijden zonder geldig rijbewijs. Bij stukken van geding bevindt zich een afschrift van uitspraak hof in strafzaak tegen klager. In die uitspraak is beslist over inbeslaggenomen voorwerp waarvan klager teruggave heeft verzocht. Door beslissing over beslag in strafzaak kan op klaagschrift geen (andersluidende) beslissing meer volgen. Verdachte n-o.
PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
Nummer 20/02622 B
Zitting 30 maart 2021
CONCLUSIE
A.E. Harteveld
In de zaak
[klager] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
hierna: de klager.
Het beroep in cassatie heeft betrekking op een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, van 25 januari 2019, waarbij een namens klager ex art. 552a Sv ingediend klaagschrift strekkende tot teruggave aan hem van een onder hem inbeslaggenomen auto (Opel Astra, kenteken [kenteken] ), ongegrond is verklaard.
Het cassatieberoep is ingesteld namens de klager en mr. S.W.M. Stevens, advocaat te 'sGravenhage, heeft een middel van cassatie voorgesteld.
Alvorens ik toekom aan de bespreking van het middel, besteed ik aandacht aan de vraag of klager in zijn cassatieberoep kan worden ontvangen.
Uit namens mij ingewonnen inlichtingen blijkt namelijk dat het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch op 25 januari 2021 in hoger beroep arrest heeft gewezen in de strafzaak jegens klager (parketnummer 20-000088-20). Bij dat arrest is de auto, waarop het klaagschrift betrekking had, verbeurdverklaard.1.Tegen dat arrest is geen beroep in cassatie ingesteld, zodat het onherroepelijk is geworden.
5. Een en ander betekent dat op het bestaande klaagschrift geen andersluidende beslissing meer kan volgen. Bij die stand van zaken is voor de klager geen belang meer aanwezig bij cassatie.2.De klager dient daarom in het cassatieberoep niet-ontvankelijk te worden verklaard.3.
6. Aan de bespreking van het middel kom ik derhalve niet meer toe.
7. Deze conclusie strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van de klager in het beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 30‑03‑2021