Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafrecht
Artikel 400 [Ongehoorzaamheid en nalatigheid opvarende]
Geldend
Geldend vanaf 01-05-1984
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing met aanpassing van de spelling en nummering van de leden.
- Bronpublicatie:
23-03-1984, Stb. 1984, 92 (uitgifte: 01-01-1984, kamerstukken: 17524 )
10-03-1984, Stb. 1984, 91 (uitgifte: 01-01-1984, kamerstukken: 17524 )
- Inwerkingtreding
01-05-1984
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-04-1984, Stb. 1984, 129 (uitgifte: 01-01-1984, kamerstukken/regelingnummer: -)
21-04-1984, Stb. 1984, 129 (uitgifte: 01-01-1984, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
1.
Met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft:
- 1°
de opvarende van een Nederlands vaartuig die opzettelijk niet gehoorzaamt aan enig bevel van de schipper in het belang van de veiligheid aan boord gegeven;
- 2°
de opvarende van een Nederlands vaartuig die, wetende dat de schipper van zijn vrijheid van handelen beroofd is, hem niet naar vermogen te hulp komt;
- 3°
de opvarende van een Nederlands vaartuig die, kennis dragende van een voornemen tot het plegen van insubordinatie, opzettelijk nalaat daarvan tijdig aan de schipper kennis te geven;
- 4°
de opvarende, niet zijnde schepeling, van een Nederlands vaartuig die opzettelijk niet gehoorzaamt aan enig bevel van de schipper tot handhaving van de orde en tucht aan boord gegeven.
2.
De onder 3° vermelde bepaling is niet van toepassing indien de insubordinatie niet is gevolgd.