RI 2021/31
In welke mate staat het de rechtbank vrij om stellingen van verzoekers te bespreken? (Vidrea/Curatoren Vidrea)
HR 19-02-2021, ECLI:NL:HR:2021:270
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 februari 2021
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, G. Snijders, A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
19/05519
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS266362:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:270, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑02‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:983, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑10‑2020
- Wetingang
Essentie
Verzoek ontslag curatoren. Verschoning.
In welke mate staat het de rechtbank vrij om stellingen van verzoekers te bespreken? Kan worden opgekomen tegen overwegingen van een rechter om zich niet te verschonen?
Samenvatting
In het faillissement van Vidrea werd een verzoek gedaan om de curatoren te ontslaan. Volgens de verzoekers zouden de curatoren in strijd met de wet gehandeld hebben, vrezen zij nog meer wederrechtelijke handelingen en zouden de curatoren zich stelselmatig gedragen op een wijze die niet past bij wat van een curator mag worden verwacht. In eerste aanleg heeft de rechtbank het verzoek om ontslag afgewezen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.