AB 1989, 392
ABRvS, 02-01-1989, nr. R0187032720-04
ABRvS 02-01-1989, ECLI:NL:RVS:1989:AN0530, m.nt. H.J. de Ru
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
2 januari 1989
- Magistraten
Boukema, Van Wolferen, Van Der Weel
- Zaaknummer
R0187032720-04
- Noot
H.J. de Ru
- LJN
AN0530
- JCDI
JCDI:ADS862893:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:1989:AN0530, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 02‑01‑1989
- Wetingang
GW art. 1; GW art. 89; Besl. Rietkerk-uitkering art. 1c; Wet Rietkerk-uitkering art. 13 lid 1; Wet Rietkerk-uitkering art. 14
Essentie
Zelfstandige amvb. Ex tunc karakter toetsing Wet Arob, ongeacht terugwerkende kracht wet in formele zin. Toetsing wetgeving. Geen beoordeling innerlijke waarde algemeen verbindend voorschrift. Gelijkheidsbeginsel.
Samenvatting
Bij toetsing van een op grond van de Wet Arob bestreden beschikking wordt in beginsel uitgegaan van de ten tijde van die bestreden beschikking bestaande situatie, zowel wat de feiten en omstandigheden betreft als wat de betrekkelijke wettelijke voorschriften en bekend gemaakte beleidsregels betreft. Voor het maken van een uitzondering ziet de Afd. geen grond, ook al bepaalt art. 13 eerste lid van de Wet dat het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.