AB 1978, 188
ABRvS, 20-12-1977
ABRvS 20-12-1977, ECLI:NL:RVS:1977:AM7782, m.nt. C.A. Groenendijk
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
20 december 1977
- Magistraten
Van Rijckevorsel, Boukema, Van Tuyll Van Serooskerken
- Zaaknummer
[1977-12-20/AB_37817]
- Noot
C.A. Groenendijk
- LJN
AM7782
- JCDI
JCDI:ADS862040:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht (V)
Bestuursprocesrecht (V)
Vreemdelingenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:1977:AM7782, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 20‑12‑1977
- Wetingang
Vw art. 34 lid 1 onder b; Vluchtelingenverdrag art. 1; Vluchtelingenverdrag art. 16 lid 1
Samenvatting
Ontvankelijkheid.
Appellant had op de dag waarop de bestreden beslissing werd genomen nog geen jaar hoofdverblijf in Nederland. Volgens art. 34, eerste lid, onder b, Vreemdelingenwet is zijn beroep derhalve niet-ontvankelijk.
Nu echter art. 16, eerste lid, Vluchtelingenverdrag aan een vluchteling het genot van rechtsingang verleent, zou appellant niettemin in zijn beroep moeten worden ontvangen, als hij vluchteling was in de zin van het Verdrag.*
* Zie de noot onder de beslissing. (Red.)
Partij(en)
A., te 's‑Gravenhage, van Hongaarse nationaliteit, appellant,
tegen
de staatssecretaris van Justitie, verweerder, vertegenwoordigd door Mr. J. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.