Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
Einde inhoudsopgave
Handvest van de grondrechten van de Europese Unie:Artikel 48 Vermoeden van onschuld en rechten van de verdediging
Handvest van de grondrechten van de Europese Unie
Artikel 48 Vermoeden van onschuld en rechten van de verdediging
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-12-2009
- Redactionele toelichting
Deze wijziging treedt tegelijk in werking met het Verdrag van Lissabon van 13-12-2007, Trb. 2008, 11.
- Bronpublicatie:
12-12-2007, PbEU 2007, C 303 (uitgifte: 14-12-2007, regelingnummer: 2007/C303/01)
- Inwerkingtreding
01-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-02-2010, Trb. 2010, 43 (uitgifte: 05-02-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Rechtsbescherming
1.
Eenieder tegen wie een vervolging is ingesteld, wordt voor onschuldig gehouden totdat zijn schuld in rechte is komen vast te staan.
2.
Aan eenieder tegen wie een vervolging is ingesteld, wordt de eerbiediging van de rechten van de verdediging gegarandeerd.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.