AB 2023/111
Bestuursorgaan moet nagaan of een te laat ingediend bezwaar moet worden opgevat als een verzoek om terug te komen van een inmiddels in rechte onaantastbaar besluit. Geen juridische verplichting tot ambtshalve heroverweging.
CBb 07-03-2023, ECLI:NL:CBB:2023:117, m.nt. R. Ortlep
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
7 maart 2023
- Magistraten
Mr. T.G.M. Simons
- Zaaknummer
21/1503
- Noot
R. Ortlep
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS693116:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:CBB:2023:117, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 07‑03‑2023
- Wetingang
Essentie
Bestuursorgaan moet nagaan of een te laat ingediend bezwaar moet worden opgevat als een verzoek om terug te komen van een inmiddels in rechte onaantastbaar besluit. Geen juridische verplichting tot ambtshalve heroverweging.
Samenvatting
Het College wijst erop dat de bezwaartermijn van zes weken dwingend in de wet is geregeld. Een te laat ingediend bezwaarschrift is alleen ontvankelijk als sprake is van omstandigheden die de termijnoverschrijding verschoonbaar (verontschuldigbaar) maken. In dit geval is niet gebleken van dergelijke omstandigheden. De instantie waarbij het rechtsmiddel is ingesteld, in dit geval de minister, is dan gehouden het rechtsmiddel niet-ontvankelijk te verklaren. Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.