NJB 2023/391
Vergoedbare zorg. Twee zorgverzekeraars hebben de vergoeding van een aanbieder van revalidatiezorg beëindigd, omdat die zorg naar hun mening niet voldeed aan de daaraan te stellen eisen. Hoge Raad: Het hof is uitgegaan van het juiste toetsingskader voor de beantwoording van de vraag of de door de zorgaanbieder geleverde zorg kan worden aangemerkt als zorg zoals revalidatieartsen die plegen te bieden, en daarmee als medischspecialistische revalidatiezorg. De criteria ‘plegen te bieden’ en ‘stand van de wetenschap en praktijk’ kunnen elkaar overlappen.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 januari 2023
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, F.J.P. Lock, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons, K. Teuben;
- Zaaknummer
21/03052
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:95, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑01‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:516, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑05‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑07‑2021
- Wetingang
(art. 11 lid 1 Zorgverzekeringswet)
Essentie
Vergoedbare zorg. Twee zorgverzekeraars hebben de vergoeding van een aanbieder van revalidatiezorg beëindigd, omdat die zorg naar hun mening niet voldeed aan de daaraan te stellen eisen. Hoge Raad: Het hof is uitgegaan van het juiste toetsingskader voor de beantwoording van de vraag of de door de zorgaanbieder geleverde zorg kan worden aangemerkt als zorg zoals revalidatieartsen die plegen te bieden, en daarmee als medischspecialistische revalidatiezorg. De criteria ‘plegen te bieden’ en ‘stand van de wetenschap en praktijk’ kunnen elkaar overlappen.
Partij(en)
B.P.W. van Brink q.q., curator in het faillissement van Ciran, adv. mrs. T.T. van Zanten en ...