NJ 1952/200
Conventie, reconventie; toelaatbaarheid hoger beroep.
HR 28-09-1951, ECLI:NL:HR:1951:319
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 september 1951
- Magistraten
Mrs van der Meulen, Hijink, Losecaat Vermeer, Smits en de Jong
- Zaaknummer
[NaN12/NJ_1952-200]
- Conclusie
Mr. Berger
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS109511:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1951:319, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑09‑1951
- Wetingang
(Rv art. 253.)
Essentie
Conventie, reconventie; toelaatbaarheid hoger beroep.
Samenvatting
Wanneer bij één vonnis de zaken in conventie en in reconventie zijn beslist, moet, ter beantwoording van de vraag of hoger beroep is toegelaten, de regel van art. 253, lid 1, Rv. worden toegepast.
Nu ‘s Hofs overweging insluit, dat de reconv. eis tot ontbinding van de overeenkomst, waarop de eiser in conv. zijn vordering tot betaling van f 540 heeft gegrond, geen andere strekking heeft dan om den ged. in conventie te bevrijden van de verplichting tot betaling van die f 540, wordt de waarde zowel van de conv. als van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.