Hof Amsterdam, 24-05-2007, nr. 272/07 SKG
ECLI:NL:GHAMS:2007:BB3135
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
24-05-2007
- Zaaknummer
272/07 SKG
- LJN
BB3135
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2007:BB3135, Uitspraak, Hof Amsterdam, 24‑05‑2007
Uitspraak 24‑05‑2007
Inhoudsindicatie
Derdenbeslag onder de bank, terwijl ook beslag gelegd is onder de uitkerende instantie, kan onder omstandigheden vexatoir zijn. Beslagenen ontvangen echter gelden uit andere bronnen dan uitkering en vergoeding van zorgkosten.
Partij(en)
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
VIERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
ARREST
in de zaak van:
1. [X],
2. [Y],
beiden wonende te [...],
APPELLANTEN,
procureur: mr. A.C. Zondervan,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GERECHTSDEURWAARDERSKANTOOR DE KLERK & VIS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TRANSFAIR B.V.,
gevestigd te Zwolle,
GEÏNTIMEERDEN,
procureur: mr. C.J. van Raam.
1. Het geding in hoger beroep
Appellanten worden hierna tezamen [X] en [Y] genoemd en afzonderlijk respectievelijk [X] en [Y] . Geïntimeerden worden tezamen De Klerk & Vis c.s. genoemd en afzonderlijk respectievelijk De Klerk & Vis en Transfair.
Bij dagvaarding van 22 februari 2007 zijn [X] en [Y] in hoger beroep gekomen van het vonnis dat de voorzieningenrechter in de rechtbank te Amsterdam in het kort geding tussen partijen ([X] en [Y] als eisers en De Klerk & Vis c.s. als gedaagden) onder nummer 360303 / KG ZA 07-28 P/BB heeft gewezen en dat is uitgesproken op 25 januari 2007.
Het appelexploot bevat de grieven.
[X] en [Y] hebben overeenkomstig de dagvaarding drie grieven voorgesteld, bescheiden in het geding gebracht en geconcludeerd – zakelijk - dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en alsnog hun vorderingen zal toewijzen, met veroordeling van De Klerk & Vis c.s. in de kosten van het geding in beide instanties.
Daarop hebben De Klerk & Vis c.s. geantwoord, eveneens bescheiden in het geding gebracht en geconcludeerd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bekrachtigen en [X] en [Y] zal veroordelen in de kosten gevallen op het hoger beroep.
Ten slotte hebben partijen recht gevraagd op de stukken van beide instanties, waarvan de inhoud als hier ingevoegd wordt beschouwd.
2. Grieven
Voor de grieven verwijst het hof naar de appeldagvaarding.
3. Feiten
De voorzieningenrechter heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.4 een aantal feiten in deze zaak tot uitgangspunt genomen. Daaromtrent bestaat tussen partijen geen geschil, zodat ook het hof van die feiten zal uitgaan.
4. Beoordeling
4.1.
De kantonrechter te Amsterdam heeft [X] en [Y] en de destijds door hen gedreven V.O.F. bij vonnis van 15 november 2002 veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 471,49 aan Transfair, te vermeerderen met rente en kosten. Transfair heeft de incasso van deze betaling opgedragen aan De Klerk & Vis.
4.2.
[X] en [Y] genieten een uitkering van de gemeente Amsterdam. De gemeente heeft, ter verzekering van een vordering tot terugbetaling van ten onrechte ontvangen bijstand, beslag gelegd onder de uitkerende instantie. Het gedeelte van de uitkering dat onder de beslagvrije voet valt wordt door de Dienst Werk en Inkomen overgemaakt op een rekening van [X] en [Y] bij de ING Bank.
4.3.
Op 21 december 2006 heeft De Klerk & Vis beslag gelegd onder de ING Bank ten laste van [X] en [Y].
4.4.
De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van [X] en [Y], strekkende tot opheffing van het beslag, het verbieden van De Klerk & Vis om opnieuw beslag te leggen op straffe van een dwangsom en terugbetaling van de beslagkosten en eventueel reeds geïnde bedragen afgewezen, waarbij [X] en [Y] in de kosten van het geding zijn veroordeeld.
4.5.
[X] en [Y] stellen dat het door De Klerk & Vis gelegde beslag vexatoir is. Op de bankrekening waarop beslag gelegd is komt volgens hen alleen de uitkering van [X] en [Y] binnen. Op deze uitkering ligt al bij de uitkerende instantie beslag, zodat slechts de beslagvrije voet naar de rekening van [X] en [Y] overgemaakt wordt. Door derdenbeslag te leggen onder de bank holt De Klerk & Vis de betekenis van de beslagvrije voet uit, aldus [X] en [Y].
4.6.
Het hof overweegt dat derdenbeslag onder de bank, terwijl ook beslag gelegd is onder de uitkerende instantie, onder omstandigheden vexatoir kan zijn. Daarvan zou bijvoorbeeld sprake kunnen zijn wanneer op de desbetreffende bankrekening(en) geen andere gelden dan uit hoofde van de uitkering aanwezig zijn of ontvangen worden, zodat de debiteur als gevolg van het beslag niet meer in staat zou zijn in zijn primaire levensonderhoud te voorzien. Het is aan [X] en [Y] om dergelijke omstandigheden en daarmee het vexatoire karakter van dit beslag aannemelijk te maken.
4.7.
[X] en [Y] hebben een mutatieoverzicht van de bankrekening over de periode van 26 oktober 2006 tot 24 januari 2007 in het geding gebracht. Daaruit blijkt volgens hen dat de enige gelden die zij ontvangen bestaan uit hun uitkering en vergoedingen voor gemaakte zorgkosten. Voor de stelling van [X] en [Y] dat zij niet over andere financiële middelen beschikken is in dat mutatieoverzicht naar het oordeel van het hof echter onvoldoende steun te vinden, nu daaruit blijkt van meerdere bijschrijvingen die afkomstig zijn uit andere bronnen. Het hof acht het derhalve voorshands niet, althans onvoldoende, aannemelijk dat het beslag vexatoir is. De grieven 1 en 2 falen.
4.8.
Met de derde grief betogen [X] en [Y] dat de voorzieningenrechter ten onrechte niet heeft beslist op hun stelling dat executie door De Klerk & Vis voor een te hoog bedrag ter hand is genomen. Mede gelet op de lange periode sinds het veroordelende vonnis, waarin De Klerk & Vis meerdere malen heeft getracht de vordering te innen, is voorshands echter onvoldoende aannemelijk dat door de Klerk & Vis c.s. ten onrechte op de in rekening gebrachte kosten aanspraak wordt gemaakt. Ook deze grief faalt derhalve.
4.9.
De slotsom is dat de grieven falen. Het vonnis van de voorzieningenrechter zal bekrachtigd worden en [X] en [Y] zullen als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld worden in de kosten van het geding.
5. Beslissing
Het hof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
verwijst [X] en [Y] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van De Klerk & Vis c.s. tot op heden begroot op € 300,00 aan verschotten en € 894,00 aan salaris procureur;
verklaart deze veroordeling in de kosten uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. N. van Lingen, E.E. van Tuyll van Serooskerken-Röell en A. Rutten-Roos en in het openbaar door de rolraadsheer uitgesproken op 24 mei 2007.