NJ 1918, p. 200
Oplichting,
HR 14-01-1918, ECLI:NL:HR:1918:142
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 januari 1918
- Magistraten
Voorzitter: Mr. A. M. B. Hanlo., Raden: Mrs. S.,Gratama; A. J. L. Nijpels, J. A. A. Bosch en J. Kosters.
- Zaaknummer
[14011918/NJ_1918,_p._200]
- Conclusie
Mr. Besier
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS119119:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1918:142, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑01‑1918
- Wetingang
(Sr art. 326.)
Essentie
Oplichting,
Samenvatting
Het Hof kon als bewezen aannemen, dat bekl. de valsche hoedanigheid van geneesheer heeft aangenomen (of: terecht heeft het Hof aan bekl.’s handelingen de rechtskundige waardeering van „het aannemen der valsche hoedanigheid van geneesheer" gegeven).
Eveneens kon het Hof bewezen achten, dat de getuige door het aannemen dier valsche hoedanigheid is bewogen tot het aangaan der schuld van ± f 300.
I. c. wordt buiten twijfel gesteld, dat bekl. optrad met het oogmerk zich wederrechtelijk te bevoordeelen. [Concl. O. M.: wederrechtelijk — zonder recht, en niet = in strijd met het recht.]
Voor de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.