Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Maleisië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 15 Persoonlijke arbeid
Geldend
Geldend vanaf 02-02-1989
- Bronpublicatie:
07-03-1988, Trb. 1988, 27 (uitgifte: 05-04-1988, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
02-02-1989
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-01-1989, Trb. 1989, 12 (uitgifte: 01-01-1989, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Onder voorbehoud van de bepalingen van de artikelen 16, 18, 19, 20 en 21 zijn beloningen verkregen door een natuurlijke persoon, die inwoner is van een van de Staten ter zake van persoonlijke arbeid, daaronder begrepen arbeid verricht uit hoofde van een vrij beroep, slechts in die Staat belastbaar, tenzij de arbeid in de andere Staat wordt verricht. Indien de arbeid aldaar wordt verricht, mag de ter zake daarvan verkregen beloning in die andere Staat worden belast.
2.
Niettegenstaande de bepalingen van het eerste lid is de beloning verkregen door een natuurlijke persoon, die inwoner is van een van de Staten ter zake van in de andere Staat verrichte persoonlijke arbeid, daaronder begrepen arbeid verricht uit hoofde van een vrij beroep, slechts in de eerstbedoelde Staat belastbaar, indien:
- (a)
de genieter in die andere Staat verblijft gedurende een tijdvak of tijdvakken, die in het desbetreffende kalenderjaar een totaal van 183 dagen niet te boven gaan, en
- (b)
de beloning wordt betaald door of namens een persoon die geen inwoner van die andere Staat is, en
- (c)
de beloning niet ten laste komt van een vaste inrichting die de natuurlijke persoon of zijn werkgever, naar gelang van het geval, heeft in die andere Staat.
3.
De uitdrukking ‘vrij beroep’ omvat in het bijzonder zelfstandige werkzaamheden op het gebied van wetenschap, letterkunde, kunst, opvoeding of onderwijs, alsmede de zelfstandige werkzaamheden van artsen, advocaten, technici, architecten, tandartsen en accountants.
4.
Niettegenstaande de voorgaande bepalingen van dit artikel mag de beloning verkregen ter zake van een dienstbetrekking uitgeoefend aan boord van een schip of luchtvaartuig dat in internationaal verkeer wordt geëxploiteerd door een onderneming van een van de Staten, in die Staat worden belast.