Hof 's-Hertogenbosch, 22-10-2010, nr. 20-002278-09
ECLI:NL:GHSHE:2010:BO1537
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
22-10-2010
- Zaaknummer
20-002278-09
- LJN
BO1537
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHSHE:2010:BO1537, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 22‑10‑2010
Conclusie in cassatie: ECLI:NL:PHR:2012:BX4474
Cassatie: ECLI:NL:HR:2012:BX4474, Bekrachtiging/bevestiging
Uitspraak 22‑10‑2010
Inhoudsindicatie
Veroordeling wegens internetbedreiging Tjibbe Joustra, (voormalig) Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding.
Partij(en)
Parketnummer: 20-002278-09
Uitspraak: 22 oktober 2010
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in
de rechtbank 's-Hertogenbosch van 2 juli 2009 in de strafzaak met parketnummer
01-820120-09 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1968],
wonende te [woonplaats], [adres],
waarbij de verdachte - kort gezegd - ter zake van bedreiging werd veroordeeld tot een werkstraf van 60 uren subsidiair 30 dagen hechtenis.
Hoger beroep
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het gerechtshof het vonnis van de rechter in eerste aanleg zal bevestigen.
Door de verdediging is bepleit dat de verdachte van het ten laste gelegde wordt vrijgesproken.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof zich op onderdelen daarmee niet kan verenigen. Om reden van efficiëntie zal het hof het gehele vonnis vernietigen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd:
dat hij op of omstreeks 10 oktober 2008 te Eindhoven een persoon, genaamd T.H.J. Joustra, schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, immers heeft
hij opzettelijk dreigend de tekst: “Op landverraad staat de doodstraf: Tjibbe Joustra moet voor het executiepeloton” op de website van GeenStijl.nl geplaatst.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vaststaande feiten
Het hof stelt, als erkend of niet uitdrukkelijk weersproken, de volgende feiten vast. Deze feiten worden ontleend aan de hierna in de voetnoten te noemen bewijsmiddelen respectievelijk algemeen toegankelijke informatiebronnen.
In opdracht van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding is in de periode 2007-2008 een onderzoek uitgevoerd door het Instituut voor Migratie en Etnische Studies (IMES) van de Universiteit van Amsterdam. In oktober 2008 werd het onderzoeksrapport met de titel “Teruggang en uittreding. Processen van deradicalisering ontleed” aangeboden aan de Tweede Kamer. In het rapport zijn aan de hand van de conclusies van het onderzoek aanbevelingen geformuleerd over het bevorderen van deradicalisering onder (in het bijzonder) islamitische radicalen.
Naar aanleiding van dit rapport plaatste een columnist onder het pseudoniem Fleischbaum op de website ‘www.GeenStijl.nl’ een artikel met de titel: “Te koop: Nederland”, waarvan de inhoud luidt:
‘Speciale aanbieding wegens verhuizing naar het buitenland: Nederland. Ruim 41.000 vierkante kilometer waarop slechts 16.428.360 inwoners samen wonen en samen leven. Gematigd zeeklimaat met milde winters en koele zomers. Redelijk gezond financieel stelsel, sterke handelsgeest, rustig politiek klimaat, tolerant en rijk verleden. Gespecialiseerd in de export van XTC, waterbeheer en buitenspelval. Tegen elk aannemelijk bod. Inclusief recent opgeleverde Betuwelijn en HSL-Zuid. Zien is kopen! Moet weg! Niks, ja maar. Resistance is futile. You will be assimilated. Vechten is niet meer nodig. We zijn verraden door politici en collaborateurs. Nederland kan trots zijn op zijn roze GeenStijl leger. Het was niet onze schuld. Mannen, jullie worden bedankt…’
Bezoekers van de website ‘www.GeenStijl.nl’ hebben vervolgens op die website op deze column gereageerd. Op 10 oktober 2008 te 10.32 uur plaatste de afzender ‘Hippocrates’
de reactie: “Op landverraad staat de doodstraf: Tjibbe Joustra moet voor het executie-peloton.” Op 12 november 2008 is de heer Joustra hiervan op de hoogte gesteld.
Het pseudoniem ‘Hippocrates’ werd gebruikt door de verdachte. Hij plaatste de tekst
“Op landverraad staat de doodstraf: Tjibbe Joustra moet voor het executiepeloton”
op 10 oktober 2008 zelf op de website van GeenStijl.nl. De verdachte woont in [woonplaats].
T.H.J. Joustra heeft verklaard dat hij zich door de uitlating van de verdachte bedreigd voelt en dat hij bang is dat de bedreiging ten uitvoer wordt gebracht. Dat gevoel wordt versterkt, aldus Joustra, doordat de bedreiger op het internet een anonieme rol kan aannemen.
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs
Door en namens de verdachte is het verweer gevoerd dat de verdachte van het ten laste gelegde vrijgesproken dient te worden.
Hiertoe is in de eerste plaats aangevoerd dat de verdachte met het plaatsen van de uitlating “Op landverraad staat de doodstraf: Tjibbe Joustra moet voor het executiepeloton” niet heeft bedoeld dat de heer Joustra werkelijk door het executiepeloton om het leven moet worden gebracht, zodat de verdachte ook niet het opzet had om de heer Joustra te bedreigen.
Voorts heeft de verdediging aangevoerd dat aan de woorden “Op landverraad staat de doodstraf: Tjibbe Joustra moet voor het executiepeloton” het bedreigende karakter, zoals bedoeld in artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht, ontbreekt. In de visie van de verdediging is in casu sprake van een politiek/juridisch waardeoordeel zonder opruiend en dus ook zonder bedreigend effect, dat is vormgegeven in een uitlating met een duidelijk satirisch karakter en een ridiculiserende toonzetting. Volgens de verdediging behelst de uitlating van de verdachte een zekere provocatie en overdrijving, die de logische climax vormt van een op de website van GeenStijl.nl te lezen opbouw van hyperbolisch getinte stijlfiguren. De verdediging is van mening dat het (ook) voor de heer Joustra kenbaar moet zijn geweest dat de uitlating van verdachte niet serieus bedoeld was. Bovendien moet de heer Joustra, in zijn hoedanigheid van (voormalig) Nationaal Coördinator Terrorisme-bestrijding, in de ogen van de verdediging bij uitstek in staat worden verondersteld het niet bedreigende karakter van de uitlating van de verdachte te doorgronden. Door de verdediging is hieraan de conclusie verbonden dat bedoelde uitlating - mede gezien tegen de achtergrond dat Nederland niet in oorlog is, zodat het oorlogs(straf)recht thans niet wordt toegepast, de doodstraf dus ook niet wordt opgelegd en executiepelotons niet actief zijn - bij de heer Joustra in redelijkheid niet de vrees heeft kunnen opwekken dat hij werkelijk het leven zou verliezen door het executiepeloton.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot verwerping van het verweer.
Het hof overweegt als volgt.
Ten laste is gelegd bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling. Gezien de door de verdachte gebezigde woorden staat niet ter discussie dat, indien het hof komt tot bewezenverklaring, sprake is van de in de tenlastelegging eerstbedoelde vorm van bedreiging. Het hof zal daarvan in het navolgende uitgaan.
Voor bewezenverklaring van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht is onder meer vereist:
- a.
dat de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij de bedreigde de redelijke vrees kon ontstaan dat hij het leven zou kunnen verliezen;
- b.
dat het opzet van de bedreiger daar ook op gericht was.
Voor de beantwoording van de door de verdediging opgeworpen vraag of de heer Joustra zich door de uitlating van de verdachte in redelijkheid bedreigd kan hebben gevoeld, is naar het oordeel van het hof het volgende van belang.
Voldoende is, volgens bestendige jurisprudentie, dat de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat zij in het algemeen (onderstreping hof) geschikt is de vrees voor een dergelijk misdrijf teweeg te brengen. Daarbij is niet vereist dat de dader van de bedreiging ermee dreigt zelf het misdrijf ten uitvoer te leggen. Een dreiging dat anderen dat zouden doen is eveneens te kwalificeren als strafbare bedreiging.
Het hof overweegt voorts als volgt.
Uit de bewoordingen van de door de verdachte geplaatste tekst kan worden afgeleid dat deze naar zijn inhoud gericht is op de beëindiging van het leven van Joustra. Dat het oorlogsrecht niet van toepassing is en landverraders in Nederland niet voor een executiepeloton plegen te komen, doet daar niet aan af, nu de algemene strekking van de tekst is gelegen in executie van de persoon Joustra.
Anders dan de verdediging is het hof van oordeel dat niet is gebleken is van een politiek waardeoordeel of van satire, hetgeen uit de aard van de teksten en het karakter van de website waar de tekst op is geplaatst duidelijk zou moeten zijn. De relativeringen die de verdediging heeft aangevoerd, staan niet in de zeer korte tekst van de verdachte en blijken ook niet uit de context.
Het hof wijst er voorts op dat aan de tekst, die de verdachte op de website plaatste en die door Joustra als bedreigend werd ervaren, een groot aantal andere reacties vooraf ging, waaronder de navolgende, die door Joustra eveneens als bedreigend werden ervaren:
• “Dit is landverraad, afknallen. Kutvolk zonder ruggegraat.”, geplaatst op 10 oktober 2008 te 09.13 uur;
• “Ntcb is niks meer dan een toverclubje om Der Tjibbe aan belegde bammetjes te helpen. Der Tjibbe moet overigens tegen de muur, moest hij al en nu nog meer”, geplaatst op 10 oktober 2008 te 09.15 uur;
• “Oh ja, Joustra, nog even iets. Gegen die Wand moet je, met die hele club van het Ntcb erbij”, geplaatst op 10 oktober 2008 te 09.19 uur;
• “Wat een schande! Ongelovelijk. Die gasten moeten ze van een gebouw afpleuren (…)”, geplaatst op 10 oktober 2008 te 09.33 uur;
• “Oppakken voor landverraad en zonder enige ceremonie de kogel door die kop. Een ieder die oproept tot dit soort wetgeving een keuze bieden of wel het land uit en verhuizen naar een land met die wetgeving of wel ook fijn een kogel van heel dichtbij bekijken”, geplaatst op 10 oktober 2008 te 09.38 uur.
Het samenstel van deze uitingen is in de visie van het hof van dien aard dat de gewraakte tekst in de context hiervan bezien, bij Joustra de vrees kon opwekken dat hij het leven zou kunnen verliezen. De stelling dat Joustra had moeten en kunnen begrijpen, ook gelet op zijn functie, dat de bewoordingen niet werkelijk gemeend waren, wordt dan ook door het hof verworpen.
Verdachte heeft aangegeven dat hij nooit de bedoeling heeft gehad Joustra met de dood te bedreigen en dat veeleer sprake is van een smakeloze grap. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft verdachte aangegeven dat hij niet alle reacties op de site had gelezen. Dit neemt echter niet weg dat verdachte, gelet op het tijdstip waarop hij zijn reactie plaatste en gelet op het aantal berichten dat al op de site stond, op de hoogte was van de strekking en teneur van die reacties. Door de ten laste gelegde tekst vervolgens ongenuanceerd en onder een schuilnaam toe te voegen aan de hierboven weergegeven uitlatingen, heeft verdachte naar het oordeel van het hof minst genomen de aanmerkelijke kans aanvaard dat bij Joustra de vrees zou ontstaan dat de bedreiging ten uitvoer gelegd zou kunnen worden.
Op grond van de hiervoor vermelde redengevende feiten en omstandigheden en bijzondere overwegingen omtrent het bewijs en de daaraan ten grondslag liggende bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang beschouwd, acht het hof het aan de verdachte ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hierna te melden.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande:
dat hij op 10 oktober 2008 te Eindhoven een persoon, genaamd T.H.J. Joustra, schriftelijk heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft hij opzettelijk dreigend de tekst: “Op landverraad staat de doodstraf: Tjibbe Joustra moet voor het executiepeloton” op de website van GeenStijl.nl geplaatst.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat deze daarvan wordt vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde is voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 285, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het wordt gekwalificeerd zoals hierna in de beslissing wordt vermeld.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezen verklaarde.
Op te leggen straf
De rechter in eerste aanleg heeft de verdachte veroordeeld tot taakstraf, te weten werkstraf, voor de duur van 60 uren, voor het geval de werkstraf niet naar behoren wordt uitgevoerd te vervangen door 30 dagen hechtenis.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het gerechtshof het beroepen vonnis zal bevestigen. Dit betekent dat de advocaat-generaal zich aansluit bij de door de politierechter opgelegde straf.
Door de verdediging is vrijspraak bepleit. Er is geen expliciet strafmaatverweer gevoerd voor het geval het hof niettemin tot bewezenverklaring en strafoplegging zou komen.
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft het hof gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Het hof rekent het verdachte aan dat hij T.H.J. Joustra, een publieke ambtsdrager belast met het waken over de veiligheid van de samenleving, heeft bedreigd.
Bij de straftoemeting heeft het hof in het voordeel van de verdachte in het bijzonder rekening gehouden met het gegeven dat hij niet eerder ter zake van soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld.
Het hof zal aan de verdachte een taakstraf opleggen, bestaande uit het verrichten van een werkstraf voor het hieronder te vermelden aantal uren.
Daarnaast zal het hof aan de verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de hierna te vermelden duur opleggen. Met oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf beoogt het hof enerzijds de ernst van het bewezen verklaarde tot uitdrukking te brengen en anderzijds de strafoplegging dienstbaar te maken aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
Het hof:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en doet opnieuw recht;
verklaart, zoals hiervoor overwogen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart dat het bewezen verklaarde oplevert:
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
verklaart verdachte deswege strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van
- 40.
(veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door 20 (twintig) dagen hechtenis;
veroordeelt verdachte voorts tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) maand;
bepaalt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat verdachte zich vóór het einde van een proeftijd
van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Aldus gewezen door
mr. J. Buhrs-Platschorre, voorzitter,
mr. O.M.J.J. van de Loo en mr. E.F. Stamhuis,
in tegenwoordigheid van dhr. J.M.A.W. Koningstein, griffier,
en op 22 oktober 2010 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. J. Buhrs-Platschorre en mr. E.F. Stamhuis zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.