NJ 1944/240
Ter zijde stellen van tusschen partijen vaststaande feiten op grond dat bewijs daarvoor niet is bijgebracht.
HR 10-12-1943, ECLI:NL:HR:1943:187
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 december 1943
- Magistraten
Mrs. van Loon, Nypels, van der Meulen, Losecaat Vermeer, Smits
- Zaaknummer
[10121943/NJ_1944-240]
- Conclusie
Mr. Wijnveldt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS132651:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1943:187, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑12‑1943
- Wetingang
(BW art. 1902.)
Essentie
Ter zijde stellen van tusschen partijen vaststaande feiten op grond dat bewijs daarvoor niet is bijgebracht.
Samenvatting
Vordering tot verklaring voor recht dat eischer geen lid is geweest van de Ned.-Israëlietische Hoofdsynagoge te Amsterdam.
Hof: Zoolang het tegendeel niet blijkt, is het onaannemelijk, dat de gedane reclame en de betalingen in de kerkelijke bijdrage niet door, althans met medeweten en goedvinden van eischer zijn gedaan. Hierdoor heeit hij doen blijken van zijn wil lid van de Synagoge te zijn. Wel heeit eischer uitvoerig betoogd, dat een en ander zonder zijn voorkennis en goedvinden zou zijn geschied, maar eenig bewijs ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.