Einde inhoudsopgave
Besluit politiegegevens
Artikel 6:1a Beveiliging van politiegegevens (artikel 4a, zesde lid)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
06-12-2018, Stb. 2018, 496 (uitgifte: 24-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2018, Stb. 2018, 497 (uitgifte: 24-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Politierecht / Algemeen
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Informatierecht / ICT
Openbare orde en veiligheid / Algemeen
1.
De verwerkingsverantwoordelijke evalueert en actualiseert de maatregelen, bedoeld in artikel 4a, eerste lid, onderdeel a, van de wet.
2.
Wanneer zulks in verhouding staat tot de verwerkingsactiviteiten omvatten de maatregelen, bedoeld in het eerste lid, de uitvoering van een passend gegevensbeschermingsbeleid door de verwerkingsverantwoordelijke.
3.
De verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker treft, na beoordeling van de risico’s, maatregelen om:
- a.
te verhinderen dat onbevoegden toegang krijgen tot apparatuur voor de verwerking van persoonsgegevens;
- b.
te verhinderen dat onbevoegden gegevensdragers lezen, kopiëren, wijzigen of verwijderen;
- c.
te verhinderen dat onbevoegden gegevens invoeren of opgeslagen persoonsgegevens inzien, wijzigen of verwijderen;
- d.
te verhinderen dat onbevoegden systemen voor geautomatiseerde gegevensverwerking gebruiken met behulp van datatransmissieapparatuur;
- e.
ervoor te zorgen dat personen die geautoriseerd zijn om een systeem voor geautomatiseerde gegevensverwerking te gebruiken, uitsluitend toegang hebben tot de gegevens waarop hun autorisatie betrekking heeft;
- f.
ervoor te zorgen dat kan worden nagegaan en vastgesteld aan welke organen persoonsgegevens zijn of kunnen worden verstrekt of beschikbaar gesteld met behulp van datatransmissieapparatuur;
- g.
ervoor te zorgen dat later kan worden nagegaan en vastgesteld welke persoonsgegevens wanneer en door wie in een systeem voor geautomatiseerde gegevensverwerking zijn ingevoerd;
- h.
te verhinderen dat onbevoegden persoonsgegevens lezen, kopiëren, wijzigen of verwijderen tijdens de doorgifte van persoonsgegevens of het vervoer van gegevensdragers;
- i.
ervoor te zorgen dat de geïnstalleerde systemen in geval van storing opnieuw kunnen worden ingezet;
- j.
ervoor te zorgen dat de functies van het systeem werken, dat eventuele functionele storingen worden gesignaleerd en dat opgeslagen persoonsgegevens niet kunnen worden beschadigd door het verkeerd functioneren van het systeem.