Warenwetbesluit Verduurzaamde vruchtenproducten 2002
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 13-12-2014
- Bronpublicatie:
03-04-2013, Stb. 2013, 146 (uitgifte: 25-04-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
13-12-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-04-2013, Stb. 2013, 146 (uitgifte: 25-04-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
In dit besluit wordt verstaan onder:
- a.
gember : de verse, gedroogde of in stroop geconserveerde eetbare wortelstokken van de gemberplant;
- b.
vruchten :
- 1°
verse, gezonde, onaangetaste vruchten waaraan geen wezenlijke bestanddelen zijn onttrokken, die de juiste graad van rijpheid hebben bereikt, en die zijn schoongemaakt, gebruiksklaar gemaakt en ontdaan van onzuiverheden;
- 2°
tomaten, de eetbare delen van rabarberstelen, wortelen, zoete aardappelen, komkommers, pompoenen en (water)meloenen;
- 3°
gember;
- c.
vruchtenpulp of pulp : het eetbare gedeelte van de gehele vrucht, al dan niet geschild of ontdaan van pitten, dat in stukken kan zijn gesneden of geplet maar niet tot moes is verwerkt;
- d.
vruchtenmoes of moes : het eetbare gedeelte van de gehele vrucht, zo nodig geschild of ontdaan van pitten, dat tot moes is verwerkt door zeven of een soortgelijk procédé;
- e.
waterig extract of waterig vruchtenextract : het waterig extract van vruchten dat alle in water oplosbare bestanddelen van de gebruikte vruchten bevat, behalve de stoffen die bij toepassing van goede bereidingspraktijken onvermijdelijk verloren gaan;
- f.
suikers :
- 1°
de suikers, bedoeld in het Warenwetbesluit Suiker;
- 2°
fructosestroop;
- 3°
de aan vruchten onttrokken suikers;
- 4°
bruine suiker;
- g.
jam : het voldoende gegeleerde mengsel van suikers, pulp of moes van één of meer vruchtensoorten en water, met dien verstande dat jam of confituur van citrusvruchten verkregen kan zijn uit de hele vrucht, gesneden in repen of schijven;
- h.
extra jam : het voldoende gegeleerde mengsel van suikers en niet-geconcentreerde pulp van één of meer vruchtensoorten en water, met dien verstande dat:
- 1°
extra jam van rozenbottels, en extra jam zonder pitten van frambozen, braambessen, zwarte bessen, bosbessen en rode bessen, geheel of gedeeltelijk verkregen kunnen worden uit niet-geconcentreerd moes van deze vruchten;
- 2°
extra jam van citrusvruchten verkregen kan worden uit de hele vrucht, gesneden in repen of schijven;
- i.
gelei : het voldoende gegeleerde mengsel van suiker en sap of waterig extract van één of meer vruchtensoorten;
- j.
marmelade : het voldoende gegeleerde mengsel van water, suikers en één of meer van de volgende uit citrusvruchten verkregen waren: pulp, moes, sap, waterig extract en schillen;
- k.
geleimarmelade : marmelade die geen onoplosbare stoffen bevat, met uitzondering van geringe hoeveelheden fijngesneden schil;
- l.
kastanjepasta : het op de geschikte consistentie gebrachte mengsel van waters, suikers en kastanjemoes;
- m.
verordening (EU) 1169/2011:Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (PbEU 2011, L 304).
2.
Dit besluit is niet van toepassing op waren, bestemd voor de bereiding van fijn bakkerswerk, banketbakkerswerk en biscuits.