Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Raad van Europa inzake de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik
Artikel 44 Wijzigingen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2010
- Bronpublicatie:
25-10-2007, Trb. 2008, 58 (uitgifte: 02-04-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2009, Trb. 2010, 2010/156 (uitgifte: 17-05-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Preventie
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
1.
Elk voorstel tot wijziging van dit Verdrag dat door een Partij wordt ingediend, wordt medegedeeld aan de Secretaris-Generaal van de Raad van Europa en door hem of haar toegezonden aan de lidstaten van de Raad van Europa, elke ondertekenaar, elke Staat die Partij is, de Europese Gemeenschap, elke Staat die overeenkomstig de bepalingen van artikel 45, eerste lid, is uitgenodigd dit Verdrag te ondertekenen en aan elke Staat die overeenkomstig de bepalingen van artikel 46, eerste lid, is uitgenodigd tot dit Verdrag toe te treden.
2.
Elke door een Partij voorgestelde wijziging wordt medegedeeld aan de Europese Commissie voor Strafrechtelijke Vraagstukken (CDPC) die haar oordeel over de voorgestelde wijziging voorlegt aan het Comité van Ministers.
3.
Het Comité van Ministers onderzoekt de voorgestelde wijziging en het door de CDPC voorgelegde oordeel en kan, na raadpleging van de Staten die geen Partij zijn bij dit Verdrag, de wijziging aannemen.
4.
De tekst van elke wijziging aangenomen door het Comité van Ministers overeenkomstig het derde lid van dit artikel, wordt toegezonden aan de Partijen voor aanvaarding.
5.
Iedere overeenkomstig het derde lid van dit artikel aangenomen wijziging treedt in werking op de eerste dag van de maand na het verstrijken van een tijdvak van een maand na de datum waarop alle Partijen de Secretaris-Generaal hebben medegedeeld dat zij haar hebben aanvaard.