RFR 2008, 5
Kinderontvoering. Heeft de Centrale Autoriteit zich voldoende ingespannen om een minnelijke regeling te treffen?
Hof 's-Gravenhage 14-11-2007, ECLI:NL:GHSGR:2007:BB7840
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
14 november 2007
- Magistraten
Mrs. E.A. Mink, C.M. Pannekoek-Dubois, A.E. Mos-Verstraten
- Zaaknummer
1483-M-07
- LJN
BB7840
- JCDI
JCDI:ADS871251:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSGR:2007:BB7840, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 14‑11‑2007
- Wetingang
Haags Verdrag burgerrechtelijke aspecten internationale ontvoering van kinderen art. 3; Haags Verdrag burgerrechtelijke aspecten internationale ontvoering van kinderen art. 4; Haags Verdrag burgerrechtelijke aspecten internationale ontvoering van kinderen art. 7; Haags Verdrag burgerrechtelijke aspecten internationale ontvoering van kinderen art. 15
Essentie
Heeft de Centrale Autoriteit zich voldoende ingespannen om een minnelijke regeling te treffen? Is de Nederlandse rechter gebonden aan de door een buitenlandse rechter gegeven uitleg van het buitenlandse recht o.g.v. art. 15 HKOV? Is sprake van kinderontvoering in de zin van het HKOV?
Samenvatting
Een Nederlandse vrouw en een Australische man hebben elkaar in Nederland leren kennen. In 1999 is in Nederland uit hun relatie het kind geboren. Partijen zijn medio 2000 naar Australië geëmigreerd, waar zij in 2001 in het huwelijk zijn getreden. In 2005 zijn partijen uit elkaar gegaan. Het kind ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.