Hof 's-Gravenhage, 14-04-2006, nr. 04/966KG
ECLI:NL:GHSGR:2006:AX6299
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
14-04-2006
- Zaaknummer
04/966KG
- LJN
AX6299
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHSGR:2006:AX6299, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 14‑04‑2006; (Hoger beroep kort geding)
- Vindplaatsen
RAR 2006, 112
Uitspraak 14‑04‑2006
Inhoudsindicatie
Arbeidsovereenkomst. Leemte met betrekking tot opzegtermijn werkgever.
Uitspraak: 14 april 2006
Rolnummer: 04/966 KG
Zaaknummer rechtbank: 403898 CV/ EXPL 04-1075/4
HET GERECHTSHOF TE ’S-GRAVENHAGE, negende civiele kamer, heeft het volgende arrest gewezen in de zaak van
de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[h.o.d.n. KODAK FOTOSERVICE],
gevestigd te [vestigingsplaats],
appellante,
hierna te noemen: [Kodak Fotoservice],
procureur: mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt,
tegen
[werknemer],
wonende te De Meern, gemeente Utrecht
geïntimeerde,
hierna te noemen: [werknemer],
procureur: mr. H.C. Grootveld.
Het geding
Bij exploot van 7 juli 2004 is [Kodak Fotoservice] in hoger beroep gekomen van het vonnis van 10 juni 2004 door de rechtbank ‘s-Gravenhage, sector kanton, locatie Gouda, gewezen tussen partijen. [Kodak Fotoservice] heeft bij memorie van grieven (met producties) twee grieven opgeworpen, die door [werknemer] bij memorie van antwoord (eveneens met producties) zijn bestreden. [Kodak Fotoservice] heeft bij akte een productie overgelegd, waar [werknemer] bij akte op heeft gereageerd. Tot slot hebben partijen de stukken overgelegd en arrest gevraagd.
Beoordeling van het hoger beroep
1. In het bestreden vonnis heeft de rechtbank onder 2.1 een aantal feiten als in deze zaak vaststaand aangemerkt. Daartegen is in hoger beroep niet opgekomen, zodat het hof ook van die feiten zal uitgaan.
2. Het gaat in deze zaak, voor zover in hoger beroep nog van belang, om het volgende.
2.1. [werknemer] is op 1 augustus 2001 voor bepaalde tijd in dienst getreden bij [Kodak Fotoservice], welke arbeidsovereenkomst met ingang 1 augustus 2002 is omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
2.2. In de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is onder meer bepaald:
“Het dienstverband kan nadien (hof: na omzetting in een dienstverband voor onbepaalde tijd) slechts tegen het einde van de maand worden opgezegd. Uw opzegtermijn is twee maanden."
2.3. Bij brief van 16 juli 2002 is aan [werknemer] bevestigd dat de arbeidsovereenkomst is omgezet naar onbepaalde tijd. In de brief staat onder meer:
“Het dienstverband kan nadien slechts tegen het einde van de maand worden opgezegd. Uw opzegtermijn is 2 maanden.”
2.4. In verband met sluiting van de vestiging heeft [Kodak Fotoservice] collectief ontslag aangevraagd voor haar personeel.
2.5. Krachtens verkregen toestemming van het CWI heeft [Kodak Fotoservice] bij brief van 13 januari 2004 de arbeidsovereenkomst met [werknemer] opgezegd met inachtneming van één maand opzegtermijn zodat de arbeidsovereenkomst is geëindigd per 1 maart 2004.
2.6. In eerste aanleg vorderde [werknemer] als voorziening bij voorraad de veroordeling van [Kodak Fotoservice] tot betaling van een bedrag van € 11.800,- bruto aan hoofdsom, met rente, alsmede tot betaling van een bedrag van € 1.000,- ter zake van buitengerechtelijke kosten, met de proceskosten.
2.7. De rechtbank heeft bij wege van voorlopige voorziening [Kodak Fotoservice] veroordeeld tot betaling aan [werknemer] van een bedrag van € 9.997,68 bruto met rente en proceskosten. De gevorderde buitengerechtelijke kosten zijn afgewezen.
3.1. Grief I is gericht tegen de overweging van de rechtbank die als volgt luidt:
“In de arbeidsovereenkomst zijn partijen afgeweken van de wettelijke opzeggingstermijn van de werknemer en is de verlenging van de opzeggingstermijn conform het bepaalde in lid 6 [van artikel 7:672 BW] schriftelijk vastgelegd. Uit de wet vloeit voort dat alsdan de opzeggingstermijn van de werkgever minstens twee keer zo lang is. De kantonrechter leest in de wettelijke bepaling niet de verplichting dat (ook) de verlengde termijn van de werkgever uitdrukkelijk in de arbeidsovereenkomst moet worden vermeld”.
In de toelichting bij deze grief stelt [Kodak Fotoservice] dat het in artikel 7:672 lid 6 BW vastgelegde vereiste van schriftelijkheid zowel op de verlenging van de opzegtermijn van de werknemer ziet als op die van de werkgever. Dit is in overeenstemming met artikel 7:672 lid 5 BW en de Memorie van Toelichting bij artikel 7:672 BW, waarin is bepaald dat de opzegtermijn van de werkgever schriftelijk kan worden verlengd. [Kodak Fotoservice] kan niet buiten haar uitgesproken wil of bedoeling aan het dubbele van de opzegtermijn van [werknemer] worden gebonden, aldus [Kodak Fotoservice].
3.2. Grief II is gericht tegen het oordeel van de rechtbank dat zelfs indien zou moeten worden aangenomen dat de betreffende bepaling in de arbeidsovereenkomst strijdig zou zijn met het bepaalde artikel 7:672 lid 6 BW, dit niet tot nietigheid maar vernietigbaarheid leidt.
4. De grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
4.1. In de onderhavige arbeidsovereenkomst is een verlengde opzegtermijn van de werknemer opgenomen, terwijl ten aanzien van de door de werkgever in acht te nemen termijn niets is bepaald. Daarmee is sprake van een leemte in de arbeidsovereenkomst.
4.2. Artikel 7:672 lid 6 BW bepaalt dat van de voor de werknemer geldende opzegtermijn van één maand schriftelijk kan worden afgeweken. Bij verlenging mag de opzegtermijn niet langer dan zes maanden zijn en voor de werkgever niet korter dan het dubbele van die voor de werknemer. Van dit laatste kan bij collectieve arbeidsovereenkomst of bestuursregeling worden afgeweken, mits de opzegtermijn van de werkgever ten minste gelijk is aan de verlengde opzegtermijn van de werknemer (artikel 7:672 lid 8 BW).
4.3 Artikel 7:672 lid 6 BW strekt uitsluitend ter bescherming van de werknemer. Zulks blijkt uit de wetsbepaling zelf, mede in verband gelezen met artikel 7:672 lid 8 BW, alsmede de parlementaire geschiedenis, waarin wordt gesteld dat deze regeling bedoeld is om de werkgever ‘af te remmen’ om al te lange opzegtermijnen voor de werknemer op te nemen. Een contractueel
beding dat strijdig is met een wetsbepaling als artikel 7:672 lid 6 BW, die uitsluitend het belang van één partij bij een meerzijdige rechtshandeling op het oog heeft, is krachtens het bepaalde in artikel 3:40 lid 2 BW vernietigbaar. Overigens hebben de betrokken bewindslieden bij de parlementaire behandeling een ander standpunt ingenomen. Volgens hen zijn de met artikel 7:672 BW strijdige contractuele opzegtermijnen nietig (Kamerstukken II 1998-1999, 26 257, nr. 7, p. 14). Gelet op het vorenstaande faalt grief II.
4.4 Ingevolge artikel 3:50 BW kan uitsluitend de beschermde partij, de werknemer, zich op de nietigheid van de verlengde opzegtermijn beroepen. In het onderhavige geval heeft [werknemer] geen beroep gedaan op de nietigheid van de verlengde opzegtermijn, zodat deze in stand is gebleven.
4.5 Uitgaand van de geldigheid van de verlengde opzegtermijn van de werknemer en rekening houdend met de beschermingsgedachte in het arbeidsrecht zal het hof de onderhavige arbeidsovereenkomst overeenkomstig artikel 7:672 lid 6, tweede volzin BW aanvullen met een verlengde opzegtermijn van de werkgever van vier maanden, te weten het dubbele van die voor de werknemer. Het hof overweegt ten overvloede dat indien de door de werkgever in acht te nemen wettelijke termijn (van artikel 7:672 lid 2 BW) langer is dan het dubbele van die voor de werknemer, ingeval van een leemte in de arbeidsovereenkomst zoals hier aan de orde is, de wettelijke opzegtermijn in acht dient te worden genomen, omdat deze termijn gunstiger is voor de werknemer. Het schriftelijkheidsvereiste van artikel 7:672 lid 6, eerste volzin BW ziet op een afwijking (een verkorting of verlenging) van de voor de werknemer geldende opzegtermijn, niet op de verlengde opzegtermijn van de werkgever als bedoeld in artikel 7:672 lid 6, tweede volzin BW. Uit het vorenstaande volgt dat ook grief I faalt.
5. Het vonnis waarvan beroep zal worden bekrachtigd met veroordeling van [Kodak Fotoservice] in de kosten van de procedure in hoger beroep.
Beslissing
Het hof:
- bekrachtigt het vonnis van 10 juni 2004 door de rechtbank te ’s-Gravenhage, sector kanton, locatie Gouda, bij wege van voorlopige voorziening gewezen tussen partijen;
- veroordeelt [Kodak Fotoservice] in de kosten van het hoger beroep, tot op deze uitspraak aan de zijde van [werknemer] begroot op € 1.189,- (waarvan € 241, - voor griffierecht en € 948,- voor salaris procureur);
- verklaart bovenstaande veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. A.A. Schuering, C.G. Beyer-Lazonder en T.L. Tan en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 april 2006 in bijzijn van de griffier.