NJF 2004, 573
Bevoegdheid rechter. Europees recht. Geïntimeerde is ongewenst zwanger geraakt in België nadat appellante in België had verzuimd bij haar een anticonceptiemiddel als implantaat in te brengen. Geïntimeerde constateert in België dat zij zwanger is en verhuist later naar Nederland. Dan spreekt zij appellante aan en dagvaardt zij haar voor de Nederlandse rechter, maar die is volgens het hof niet bevoegd.
Hof 's-Gravenhage 14-10-2004, ECLI:NL:GHSGR:2004:AR5850
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
14 oktober 2004
- Magistraten
mrs. J.C. Fasseur-van Santen, W.A.J. van Lierop, C.J. Verduyn
- Zaaknummer
03/158
- LJN
AR5850
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSGR:2004:AR5850, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 14‑10‑2004
- Wetingang
EEX-Verdrag art. 5
Essentie
Bevoegdheid rechter. Europees recht. Geïntimeerde is ongewenst zwanger geraakt in België nadat appellante in België had verzuimd bij haar een anticonceptiemiddel als implantaat in te brengen. Geïntimeerde constateert in België dat zij zwanger is en verhuist later naar Nederland. Dan spreekt zij appellante aan en dagvaardt zij haar voor de Nederlandse rechter, maar die is volgens het hof niet bevoegd.
Partij(en)
A., te X, België, appellante, proc. mr. L.Ph.J. baron van Utenhove,
tegen
B., te Y, geïntimeerde, proc. mr. V.K.S. Budhu Lall.
Uitspraak
(Post alia:)
1
B. heeft A. gedagvaard voor de rechtbank Middelburg, stellende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.