NJF 2004, 481
Onrechtmatige daad. Verzekeringsrecht. Uit het (lange) arrest inzake Vie d'Or de overwegingen waarin het hof, anders dan de rechtbank, oordeelt dat de Verzekeringskamer door bepaalde nalatigheden jegens de polishouders onrechtmatig heeft gehandeld.
Hof 's-Gravenhage 27-05-2004, ECLI:NL:GHSGR:2004:AP0151
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
27 mei 2004
- Magistraten
mrs. A.H. de Wild, S.A. Boele, I.P. Michiels van Kessenich-Hoogendam
- Zaaknummer
01/1086
- LJN
AP0151
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verzekeringsrecht (V)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSGR:2004:AP0151, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 27‑05‑2004
- Wetingang
BW art. 6:162; Wtv art. 34
Essentie
Onrechtmatige daad. Verzekeringsrecht. Uit het (lange) arrest inzake Vie d'Or de overwegingen waarin het hof, anders dan de rechtbank, oordeelt dat de Verzekeringskamer door bepaalde nalatigheden jegens de polishouders onrechtmatig heeft gehandeld.
Partij(en)
Stichting Vie d'Or, te Eindhoven (de stichting) en mr. E.G.J.M. Bogaerts, te Helvoirt, en mr. A.A.M. Deterink, te Son, (de curatoren), appellanten in het principaal appel, geïntimeerden in het incidenteel appel, proc. mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt, adv. mr. A.R.J. Croiset van Ughelen,
tegen
Stichting Pensioen- en Verzekeringskamer (v.h. Stichting Verzekeringskamer), te Apeldoorn, de Staat der Nederlanden (Min. van Financiën), geïntimeerden in het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.