NJF 2004, 468:Onrechtmatige overheidsdaad. Een subsidieaanvraag bij RBA van Gemeenschappelijke Medische Dienst Rotterdam wordt gehonoreerd. Er wordt een voorschot betaald. Later wordt de subsidie ingetrokken omdat niet aan de vereisten voldaan is en onjuiste inlichtingen zouden zijn verschaft. In het eerste arrest wordt een bewijsopdracht gegeven. Mededelingen van het hoofd Europees Sociaal Fonds bij RBA en het daardoor gewekte vertrouwen komen dan centraal te staan. De positie van SFR, voor wie zelf geen met voldoende waarborgen omklede rechtsgang openstond, komt aan de orde. Uiteindelijk is de conclusie dat intrekking van de subsidie onrechtmatig was. Er volgt een overweging over de schadevergoeding.

NJF 2004, 468

Onrechtmatige overheidsdaad. Een subsidieaanvraag bij RBA van Gemeenschappelijke Medische Dienst Rotterdam wordt gehonoreerd. Er wordt een voorschot betaald. Later wordt de subsidie ingetrokken omdat niet aan de vereisten voldaan is en onjuiste inlichtingen zouden zijn verschaft. In het eerste arrest wordt een bewijsopdracht gegeven. Mededelingen van het hoofd Europees Sociaal Fonds bij RBA en het daardoor gewekte vertrouwen komen dan centraal te staan. De positie van SFR, voor wie zelf geen met voldoende waarborgen omklede rechtsgang openstond, komt aan de orde. Uiteindelijk is de conclusie dat intrekking van de subsidie onrechtmatig was. Er volgt een overweging over de schadevergoeding.

Documentgegevens:

Hof 's-Gravenhage 13-05-2004, ECLI:NL:GHSGR:2004:AP4429

Instantie: Hof 's-Gravenhage
Datum: 13 mei 2004
Magistraten: mrs. D.J. de Brauw, De Groot, J. Vrij
Zaaknummer: 01/617
LJN: AP4429
Vakgebied(en): Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Brondocumenten: ECLI:NL:GHSGR:2004:AP4429, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 13‑05‑2004
Wetingang: BW art. 6:162

Essentie

Onrechtmatige overheidsdaad. Een subsidieaanvraag bij RBA van Gemeenschappelijke Medische Dienst Rotterdam wordt gehonoreerd. Er wordt een voorschot betaald. Later wordt de subsidie ingetrokken omdat niet aan de vereisten voldaan is en onjuiste inlichtingen zouden zijn verschaft. In het eerste arrest wordt een bewijsopdracht gegeven. Mededelingen van het hoofd Europees Sociaal Fonds bij RBA en het daardoor gewekte vertrouwen komen dan centraal te staan. De positie van SFR, voor wie zelf geen met voldoende waarborgen omklede rechtsgang openstond, komt aan de orde. Uiteindelijk is de conclusie dat intrekking van de subsidie onrechtmatig was. Er volgt een overweging over de schadevergoeding. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.