NJ 2002, 505
Geen verval van instantie doordat gestelde procureur die hoedanigheid verloor voordat de (destijds) door de wet gestelde, verlengde termijn van drie jaar en zes maanden was voltooid; ratio art. 279 (oud) Rv.
Hof 's-Gravenhage 20-12-2001, ECLI:NL:GHSGR:2001:AF0486
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
20 december 2001
- Magistraten
De Brauw, Boele, Meijer
- Zaaknummer
95/625
- LJN
AF0486
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSGR:2001:AF0486, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 20‑12‑2001
- Wetingang
Rv (oud) art. 254 aanhef onder 4; Rv art. 226 lid 1; Rv (oud) art. 257; Rv art. 227 lid 1 onder a; Rv (oud) art. 258; Rv art. 227 lid 1 onder b; Rv (oud) art. 279 lid 1; Rv (oud) art. 279 lid 2
Essentie
Geen verval van instantie doordat gestelde procureur die hoedanigheid verloor voordat de (destijds) door de wet gestelde, verlengde termijn van drie jaar en zes maanden was voltooid; ratio art. 279 (oud) Rv.
Samenvatting
Aan appellanten is ter rolzitting van 16 oktober 1997 zes weken uitstel verleend voor memorie van grieven. Die blijft uit en nadien verliest de eerdere procureur van geïntimeerde die hoedanigheid doordat hij in april 1999 van het tableau wordt geschrapt. De in diens plaats gestelde nieuwe procureur vordert namens geïntimeerde in november 2000 verval van instantie, waartegen appellanten inbrengen dat de in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.