BIE 1997, 30
Hof 's-Gravenhage, 01-02-1996: Vacuvin
Hof 's-Gravenhage 01-02-1996, ECLI:NL:GHSGR:1996:AM2590 (Vacuvin)
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
1 februari 1996
- Magistraten
J.C. Fasseur-van Santen, C. Eskes, S.U. Ottevangers
- Zaaknummer
[1996-02-01/BIE_1010862]
- LJN
AM2590
- Roepnaam
Vacuvin
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSGR:1996:AM2590, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 01‑02‑1996
- Wetingang
EOV art. 69; Row 1910 art. 30 lid 2; BTMW art. 14 lid 1; BTMW art. 14 lid 5; BW art. 6:162
Essentie
B.J.J.A. Schneider e.a./Tefal Nederland e.a. (redelijke rechtszekerheid voor derden; stop van Tefal voldoet niet aan wezenlijke kenmerken octrooi).
Samenvatting
Art. 69 Europees Octrooiverdrag.
Onjuist is het betoog dat Tefal c.s. door willens en wetens te (willen) penetreren op de markt van Vacu-Vin zich niet te goeder trouw kunnen beroepen op de redelijke rechtszekerheid voor derden, althans in dit geval een sterker accent dient te liggen op de bescherming van de uitvinder. Met ‘reasonable degree of certainty for third parties’ wordt bedoeld de objectieve redelijke rechtszekerheid van derden, terwijl het gestelde geval geen aanleiding vormt om af ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.