NJ 1989, 541
Hof 's-Gravenhage, 03-02-1989
Hof 's-Gravenhage 03-02-1989, ECLI:NL:GHSGR:1989:AB8303
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
3 februari 1989
- Magistraten
Van Hasselt, Van Dorst, Ter Kuile
- Zaaknummer
[1989-02-03/NJ_64135]
- LJN
AB8303
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Milieurecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSGR:1989:AB8303, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 03‑02‑1989
- Wetingang
Bestrijdingsmiddelenwet 1962 art. 16
Essentie
De i.c. relevante bepalingen van het Residubesluit en de Beschikking Residuen van Bestrijdingsmiddelen zijn niet aangepast aan EEG-richtlijn nr. 88/298. Gelet op art. 189 EEG-Verdrag zal in beginsel de relevante bepaling van de EEG-richtlijn toepassing dienen te vinden.
Uitspraak
O. omtrent de strafbaarheid van de bewezen verklaarde feiten:
1.1
Krachtens art. 16 Bestrijdingsmiddelenwet worden eetwaren waarop een hoeveelheid van een bestrijdingsmiddel aanwezig is welke groter is dan bij of krachtens AMvB is bepaald, geacht in ondeugdelijke toestand te verkeren in de zin van art. 6 Warenwet (Stb. 1935, 793).
1.2
Krachtens het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.