NJ 1985, 862
Hof 's-Gravenhage, 22-11-1984
Hof 's-Gravenhage 22-11-1984, ECLI:NL:GHSGR:1984:AC8609
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
22 november 1984
- Magistraten
Erdman, Kok, Heyning-Plate
- Zaaknummer
[1984-11-22/NJ_61525]
- LJN
AC8609
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
Internationaal publiekrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSGR:1984:AC8609, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 22‑11‑1984
- Wetingang
BW art. 1401; Rv (oud) art. 289; Rv (oud) art. 290; Rv (oud) art. 291; Rv (oud) art. 292; Rv (oud) art. 293; Rv (oud) art. 294; Rv (oud) art. 295; Rv (oud) art. 296; Rv (oud) art. 297
Essentie
Bijstand door Staat aan in het buitenland gedetineerde Nederlanders.
Samenvatting
In het algemeen kan van de Staat gevergd worden via haar diplomatieke vertegenwoordigers Nederlanders in den vreemde bijstand te verlenen indien deze gedetineerd worden, waarbij de Staat en haar vertegenwoordigers echter een ruime mate van beleidsvrijheid dienen te hebben. Slechts indien deze bijstand belangrijk minder of anders is dan waartoe de Staat en haar vertegenwoordigers in redelijkheid hadden kunnen komen, is er aanleiding voor ingrijpen door de rechter. Nu voorshands niet aannemelijk is geworden, dat appellant het slachtoffer is geworden van in Nederland opererende Duitse undercover agents, kan van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.