NJ 1968, 428
Hof 's-Gravenhage, 24-11-1967
Hof 's-Gravenhage 24-11-1967, ECLI:NL:GHSGR:1967:AB5868
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
24 november 1967
- Magistraten
Vliegenthart, De Ranitz, Stoffels
- Zaaknummer
[1967-11-24/NJ_51880]
- LJN
AB5868
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSGR:1967:AB5868, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 24‑11‑1967
- Wetingang
Rv (oud) art. 81
Samenvatting
Naar de bewoordingen en strekking van art. 81 lid 1 Rv. moet de daad, waarvan in dit artikel sprake is, zijn een daad van veroordeelde zelf; een daad van diens raadsman, waaruit de bekendheid met het vonnis bij deze laatste noodzakelijk voortvloeit, mag daarmede niet op een lijn gesteld worden. Wel zal in 't algemeen moeten worden aangenomen, dat aan zulk een daad van de vertegenwoordiger van veroordeelde (ic het vragen van gratis-admissie voor het in verzet komen) een daad van deze zelf, waaruit diens bekendheid met het vonnis wel noodzakelijk voortvloeit, zal zijn voorafgegaan, behoudens bewijs van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.