Einde inhoudsopgave
Regeling visserijproducten 1998/2 BES
Artikel 12
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Beschikking visserijproducten 1998/2, zoals gewijzigd bij de Aanpassingsregeling Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (28-09-2010, Stcrt. 15431). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
28-09-2010, Stcrt. 2010, 14615 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
Een inrichting behoeft om te kunnen worden gebruikt voor de werkzaamheden waarvoor zij is aangelegd de erkenning door de bevoegde instantie, bedoeld in artikel 1, onderdeel b. De erkenning wordt schriftelijk aangevraagd door de ondernemer. Het Bestuurscollege kan nadere voorschriften vaststellen met betrekking tot de vorm van de aanvrage en de bij de indiening ervan te volgen procedure.
2.
De erkenning wordt verleend, indien door de aanvrager is aangetoond dat de inrichting voldoet aan de bij deze en andere van toepassing zijnde ministeriële regelingen gestelde voorschriften.
3.
Iedere erkende inrichting wordt aangeduid met een door de bevoegde instantie in overeenstemming met de in de Europese Gemeenschap gevolgde praktijk vast te stellen erkenningsnummer.
4.
Indien en zodra de inrichting mede of uitsluitend gebruikt zal worden voor andere werkzaamheden dan waarop een eerder verleende erkenning betrekking heeft, behoeft zij een nieuwe erkenning.
5.
De erkende inrichtingen worden door de bevoegde instantie geregeld geïnspecteerd en gecontroleerd op de naleving van de in het tweede lid bedoelde voorschriften; aan de personen die door de bevoegde instantie met de inspectie en controle zijn belast wordt daartoe door de ondernemer vrije toegang tot alle delen van de inrichting verschaft.
6.
Indien de inrichting niet meer aan de in het tweede lid bedoelde voorschriften voldoet, wordt de erkenning door de bevoegde instantie ingetrokken. Gebruik van een erkenningsnummer door een inrichting waarvan de erkenning is ingetrokken is verboden.