Einde inhoudsopgave
Besluit register deskundige in strafzaken
Artikel 13 [Aan aanvraag te stellen eisen]
Geldend
Geldend vanaf 15-04-2017
- Bronpublicatie:
09-03-2017, Stb. 2017, 96 (uitgifte: 17-03-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
15-04-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-03-2017, Stb. 2017, 136 (uitgifte: 04-04-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
1.
De aanvraag tot inschrijving vindt schriftelijk plaats volgens een door het College vastgesteld model.
2.
Bij de aanvraag tot inschrijving legt de deskundige in elk geval de volgende stukken over:
- a.
een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan drie maanden;
- b
- —
de deskundige die minder dan vier jaar in Nederland woonachtig is, en voordien langer dan een jaar in een ander land woonachtig is geweest, legt naast de verklaring omtrent het gedrag zo mogelijk tevens een integriteitverklaring over die is afgegeven door een daartoe bevoegde instantie in het land waarin hij voor zijn komst naar Nederland langer dan een jaar woonachtig was;
- —
de deskundige die niet in Nederland woonachtig is, legt in plaats van de verklaring omtrent het gedrag zo mogelijk een integriteitverklaring over die is afgegeven door een daartoe bevoegde instantie in het land waarin hij woonachtig is;
- —
indien geen integriteitverklaring kan worden overgelegd of de integriteitverklaring afkomstig is uit een land buiten de Europese Unie en het College niet overtuigd is dat de overgelegde integriteitverklaring voldoende waarborg biedt inzake de integriteit, kan het College inschrijving weigeren of een verklaring verlangen waarin de deskundige instemt met openbaarmaking van het gegeven dat de integriteit niet objectief kon worden vastgesteld;
- c.
bewijsstukken van de kwalificaties voor zover relevant voor de inschrijving;
- d.
een verklaring inhoudende dat de aanvraag tot inschrijving naar waarheid is opgesteld;
- e.
een verklaring inhoudende dat de aanvrager instemt met openbaarmaking van zijn gegevens overeenkomstig het bepaalde in artikel 16;
- f.
een ondertekende verklaring, inhoudende dat hij kennis heeft genomen van de door het College vastgestelde gedragscode en zich gedurende de registratie aan de daarin opgenomen gedragsregels zal houden.
3.
De aanvraag tot inschrijving, bedoeld in het eerste lid, bevat in elk geval de volgende gegevens:
- a.
naam en adres van de aanvrager en een vermelding van de wijze waarop hij zijn bereikbaarheid in het register opgenomen wenst;
- b.
het deskundigheidsgebied waarop het verzoek tot inschrijving betrekking heeft;
- c.
namen en functies van referenten die het College kan raadplegen, alsmede een vermelding van de wijze waarop zij te bereiken zijn;
- d.
een beschrijving van de kwalificaties voor zover relevant voor de beoordeling van het verzoek;
- e.
vindplaats van voor de beoordeling van het verzoek relevante publicaties;
- f.
een vermelding van zaken waarin de aanvrager eerder als deskundige optrad.