NJB 2018/1445:Overzichtsarrest bestanddeel ‘zwaar lichamelijk letsel’ bij mishandeling in o.a. art. 300, 302, 308 en 312 Sr en volgens art. 82 Sr: de Hoge Raad geeft een uitgebreide algemene uiteenzetting en overweegt dat als algemene gezichtspunten voor de beantwoording van de vraag of van zwaar lichamelijk letsel sprake is in elk geval kunnen worden aangemerkt de aard van het letsel, de eventuele noodzaak en aard van medisch ingrijpen en het uitzicht op (volledig) herstel. In casu heeft het hof niet toereikend gemotiveerd dat de door het slachtoffer opgelopen gebroken kaak en afgebroken tand als zwaar lichamelijk letsel kwalificeert, nu ten aanzien van zowel de gebroken kaak als de afgebroken tand nadere vaststellingen omtrent in het bijzonder de noodzaak en de aard van medisch, al dan niet operatief of tandheelkundig ingrijpen alsmede het uitzicht op herstel ontbreken