NJ 2019/469
Vrijheidsbeperkende maatregel ex art. 38v Sv inhoudende dat verdachte vijf jaar geen onbegeleid contact mag hebben met zijn kinderen is in casu, ook in het licht van art. 8 EVRM, proportioneel en noodzakelijk.
HR 19-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1806
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 november 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, Y. Buruma
- Zaaknummer
18/00994
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS173555:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Staatsrecht / Grondrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1806, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:857, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑10‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑09‑2018
- Wetingang
Samenvatting
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht (art. 285 Sr) van zijn ex-vrouw, moeder van zijn kinderen, door ’s nachts haar huis binnen te gaan, waar ook twee van hun drie minderjarige kinderen sliepen, en haar slaapkamer binnen te gaan, met een steekwapen op haar af te komen en zeer bedreigende taal ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.