WR 2019/47
Huurprijs woonruimte: toetsing redelijkheid voorstel huurverlaging huurder, na de toetsing huurcommissie geen wijziging voorstel mogelijk bij kantonrechter; geen aparte WOZ-waarde aangevraagd dan minimale WOZ-waarde voor berekening huurprijs
Rb. Midden-Nederland 26-09-2018, ECLI:NL:RBMNE:2018:5074, m.nt. mr. Y.A.M. Jacobs
- Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
- Datum
26 september 2018
- Magistraten
Mr. F.H. Charbon
- Zaaknummer
6516868 UC EXPL 17-15448 aw/1370
- Noot
mr. Y.A.M. Jacobs
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS43666:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBMNE:2018:5074, Uitspraak, Rechtbank Midden-Nederland, 26‑09‑2018
- Wetingang
(art. 7:262, 7:252 en 7:254 BW)
Essentie
Huurprijs woonruimte: toetsing redelijkheid voorstel huurverlaging huurder, na de toetsing huurcommissie geen wijziging voorstel mogelijk bij kantonrechter; geen aparte WOZ-waarde aangevraagd dan minimale WOZ-waarde voor berekening huurprijs
Samenvatting
Als de huurcommissie het voorstel van de huurder tot verlaging niet redelijk acht, dan blijft de huurprijs die op dat moment tussen partijen geldt gehandhaafd, tenzij de huurder zich binnen de wettelijke termijn tot de kantonrechter richt met de vordering uitspraak te doen over de redelijkheid van zijn voorstel. De kantonrechter beslist in eerste en hoogste instantie. Met dit wettelijke systeem valt niet te rijmen dat de huurder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.